zaterdag 18 december 2010

Vakbonden

Het is zaterdagavond 19.00 uur. Buiten sneeuwt het zachtjes, uit de keuken stijgt de veelbelovende geur van avondeten in wording op. Ik surf een beetje rond op internet en besluit om eens een kijkje te nemen om de website van mijn vakbond.
Als iemand me een paar jaar geleden had gezegd dat ik ooit lid zou worden van een vakbond, had ik hem waarschijnlijk voor gek verklaard. Ja, vakbonden zorgden er voor dat er eens in de zoveel tijd een nieuwe cao kwam en af en toe kwamen ze op tv. Dat was dan meestal in verband met een of andere staking. Leden schenen ze ook te hebben (20-25% van de werkende bevolking), maar die werkten blijkbaar ergens anders dan ik.

Dan Noorwegen: ruim de helft van de werkenden is hier lid van een vakbond, bij de overheid ligt de organisatiegraad zelfs rond de 80%. Niet zo vreemd dus dat ik tijdens mijn eerste werkweek bij de gemeente Risør al benaderd werd om me aan te sluiten bij een van de grootste vakbonden.
Daar moest ik eerst eens goed over nadenken. Het vakbondsgebeuren sprak me totaal niet aan, maar niet lid zijn betekende geen recht op salarisonderhandelingen en dat vond ik ook niet echt geslaagd. In Noorwegen wordt door de bonden niet alleen op centraal maar ook op lokaal niveau onderhandeld. Eerst worden de centrale richtlijnen afgesproken, vervolgens wordt binnen die richtlijnen in het bedrijf zelf onderhandeld over de salarissen voor groepen werknemers en ook individueel. Bij de overheid (en ook bij veel andere bedrijven) kunnen uitsluitend de bondsvertegenwoordigers die lokale onderhandelingen voeren. Je kunt dus als werknemer gewoon niet rechtstreeks met je leidinggevende over je eigen salaris onderhandelen. Dit o.a. om een grote mate van gelijke behandeling te bereiken en om de "zwakken" te beschermen. Heel nobel allemaal, maar ik regel mijn zaakjes toch liever zelf.

Uiteindelijk sloot ik me aan bij de vakbond waar ik de minste weerstand tegen voelde. Hoewel ik op mijn huidige werk prima zonder bond zou kunnen, ben ik nog steeds lid. Net als vele anderen te lui om op te zeggen/over te stappen omdat dat ook gevolgen heeft voor allerlei voordelen zoals korting op verzekeringen etc. Jaja, het idealisme is weer ver te zoeken, ik weet het.

Zolang ik het werk blijf doen dat ik doe, zullen de bonden altijd een belangrijke gesprekspartner voor me blijven, maar dan aan de "andere kant" van de tafel, en dat deel van het bondsgedoe vind ik dan juist wel weer grappig. Ze hebben allemaal hun eigen stokpaardjes en hun achterban is bijna altijd ontevreden (what's new?). Waar ik nu werk, onderhandelen we maar met één bond, dus dat is zo gepiept (vergeleken met de acht/negen die we in de kommune aan tafel kregen).

Met die typisch Noorse hang naar gelijkheid die naar buiten toe zo sterk gepredikt wordt, blijkt het als puntje bij paaltje komt ook wel mee te vallen. Want wat denkt de gemiddelde werknemer die nu eenmaal mens is?: "Gelijkheid is belangrijk, want het zou niet eerlijk zijn als een ander meer verdiende dan ik, maar zelf lever ik natuurlijk net iets beter werk dan de meeste anderen, dus het zou eerlijk zijn als ik wat meer kreeg dan de rest."
Zie daar in de praktijk maar eens wat moois van te maken...

woensdag 15 december 2010

Handbalkoorts

Het is misschien niet iedereen in Nederland opgevallen, maar op dit moment wordt in Noorwegen en Denemarken het EK handbal voor vrouwen gespeeld. Om precies te zijn is nu Nederland-Noorwegen aan de gang. We staan inmiddels met 10-21 achter. Voor alle duidelijkheid: met "we" bedoel ik Nederland. Jammer, maar niet zo gek. Je zou kunnen zeggen dat Nederland een handbaldwerg is (weliswaar groeiende, maar toch..) en Noorwegen de handbalreus. Deze week wordt er in een gigantische hal in Lillehammer gespeeld, maar de groepswedstrijden van vorige week waren bij ons om de hoek.

Zoals ik eerder al eens schreef, wonen we in het handbal-mekka van Noorwegen. Het was daarom ook niet zo vreemd dat er in Larvik gespeeld werd. Toevallig zat Nederland in de groep die hier speelde, dus kochten we kaartjes voor de eerste wedstrijdavond.
Het liep bepaald geen storm met toeschouwers (Noorwegen speelde meteen al in Lillehammer), maar met een beetje fantasie kon je toch zeggen dat er een oranje vak was op de tribune. ,Oranje pruiken, leeuwenstaarten, mooi hoor... Nou ja, die rode Noorse vikinghorentjes, dat is ook niet alles, zullen we maar zeggen.
Na voor de eerste wedstrijd betaald te hebben, zagen we nummer twee en drie gratis dankzij een actie van de school. Zo kwamen we lekker in de stemming.

Noorwegen leek probleemloos op de halve finale af te stormen, maar leed onverwacht een pijnlijke nederlaag tegen Zweden. Helaas zijn ze nu tegen Nederland weer als vanouds op dreef. Nederland wordt compleet gedold, de Noorse commentator heeft het al over een "trainingswedstrijdje tegen een lilliputter-team". Jaja, zo kan-ie wel weer. We verliezen dik. Snel over naar een ander net dan maar. En hopen dat er niet al te veel collega's gekeken hebben...

Onze handbalkoorts is weer even gezakt. Toch was het leuk. En Nederland was bij vlagen best goed. De volgende keer zijn we heel zeker opnieuw fan van Nederland:-)

dinsdag 30 november 2010

Paardendag


Een maandje of twee geleden was er bij mij op het werk groot nieuws: "Wij kopen Damgården", schreef onze directeur op onze intranettsite. Damgården is een manege in het bos ongeveer een kilometer buiten Larvik.

Wat moet een re-integratiebedrijf met een manege?
De Noorse re-integratiemarkt werkt niet helemaal hetzelfde als de Nederlandse, al is het uiteindelijke doel wel hetzelfde, namelijk mensen weer aan het werk (of naar school) krijgen.
Het is hier heel gebruikelijk -veel meer dan ik in Nederland gewend was- om mensen op een uitprobeerplek of stageplek te laten werken. In de vier kinderdagverblijven (ook al zo'n gangbare combinatie met re-integratie in Noorwegen) die ons bedrijf heeft, zijn heel wat mensen op stagebasis aan de slag (naast een volledige vaste bezetting). Ik moet toegeven dat ik eerst wat vraagtekens bij deze aanpak had, maar zie nu dat het in bepaalde gevallen goed werkt. Voor mensen die na een moeilijke periode weer bijna aan het werk kunnen, is een kinderdagverblijf een goede tussenstap. Kleine kinderen zegt het immers niets dat iemand uit de ww of wao komt. En paarden ook niet. Vandaar....

Behalve voor werkstages, denken we de manege voor nog veel meer te kunnen gebruiken. Mentale training, aanpak van lichtere gedragsproblemen etc.
Voor al die stages en andere activiteiten moet er natuurlijk wel iemand zijn die de boel begeleidt. Daarom gingen we op zoek naar een stalhulp. Dergelijke banen zijn bijna altijd op vrijwillige basis, dus onze advertentie voor een betaalde baan trok veel sollicitanten. Jonge paardenmeisjes, voormalige wedstrijdruiters, mensen die waren opgegroeid op een paardenboerderij, van alles kwam er voorbij.
Na een eerste selectie en een gespreksronde, hadden we nog een paar kandidaten over. Ons belangrijkste doel was er achter komen hoe zij in de praktijk met mensen omgaan en het reilen en zeilen in een stal kunnen uitleggen aan niet-paardenmensen. Mijn collega en ik waren het er snel over eens dat ik heel geschikt was om in deze "case" de rol van onwetende te vervullen.

En zo stond ik vanmiddag drie uur lang met steeds weer een andere sollicitant in de stal. Ik leerde over het belang van hooi voor de spijsvertering en over voer, borstelde vacht en staart met verschillende soorten borstels, en schraapte troep uit de hoeven. Ik weet niet wie er in het begin nerveuzer was, die sollicitant(en) of ik, maar uiteindelijk brachten we het er allemaal goed vanaf!

Dit was een van de leukste sollicitatieprocedures ooit om aan mee te werken, ik zal deze middag niet snel vergeten. Het was trouwens wel berekoud. Als het buiten -12 is, wordt het in een stal nu eenmaal ook niet zo erg warm.

Onze sollicitanten moeten nog heel even op de uitslag wachten, en ik zit morgen gewoon weer achter mijn bureau. Ik moet eens hard gaan nadenken over een manier om meer paardendagen in mijn werk te krijgen.

zaterdag 20 november 2010

De geur van mandarijnen

Mandarijnen, de supermarkten liggen er vol mee. Heerlijk, vooral als ze een beetje zurig zijn. En ze moeten strak in hun schil zitten natuurlijk. Het moeten niet van weeïge slappe dingen zijn. Beginnen te pellen en dan de geur opsnuiven, de geur van gure 11 november avonden en van de voorpret voor sinterklaas.

"Oh, mandarijnen", zegt mijn collega, "zo knus, de geur van kerst." "Nee", denk ik bij mezelf, "nee, nee, nee, kerst dat is dennennaalden en gesmolten kaarsvet." Maar we hebben werk te doen en geen tijd om de emoties rond de geur van mandarijnen verder te analyseren. Ik vind het trouwens niet altijd makkelijk om Nederlandse tradities uit te leggen. Wat is Sint Maarten? Een soort Halloween, maar dan anders. Sinterklaas? Net zoiets als de Kerstman, maar ook weer niet helemaal.

Je kunt het natuurlijk wel vertellen, maar het gevoel kun je niet doorgeven. Net zoals een Noor mij zijn 17 mei gevoel niet kan doorgeven.

Inburgering draait om veel meer dan alleen de taal en kennis van feiten...

zondag 24 oktober 2010

Bergen

Van woensdag tot en met vrijdag was ik op het arbocongres in Bergen. Inderdaad, hetzelfde als twee jaar geleden. De geschiedenis begint zich te herhalen, een teken dat we niet meer zo "nieuw" zijn hier.

De avond voor vertrek pakte ik een klein koffertje met de vaste dingen: hardloopkleding (met regenjack omdat het in Bergen twee van de drie dagen regent, en met handschoentjes omdat het rap kouder begint te worden en de eerste sneeuw van het jaar voorspeld was), jurk voor het "feestdiner", instapkaart, paspoort..... O, wacht even, paspoort is natuurlijk niet nodig op een binnenlandse vlucht. Binnen Noorwegen heb ik genoeg aan mijn bankpas. De bankpas als ID, ik vind het nog steeds een beetje gek, maar tegelijkertijd erg handig. Pasfoto, persoonsnummer, de hele rimram staat er op, en dus kun je ermee het vliegtuig in. Ook bij het afhalen van pakjes e.d. is het erg handig, want een Nederlands rijbewijs telt niet als ID, altijd maar je paspoort meeslepen is ook niet alles, en mijn bankpas heb ik altijd bij me.

Over het congres zal ik niet uitweiden. Dat was goed, net als de vorige keer. Het feestdiner was saai, ook net als de vorige keer. Ik weet niet of het te maken heeft met cultuurverschil of gewoon met mij, maar ik vind het niet feestelijk om aan tafel te zitten met mensen die al aangeschoten zijn tegen de tijd dat het hoofdgerecht op tafel komt. Diezelfde mensen die 's middags nog zo enthousiast waren over de lezingen over alcoholverslaving en "alcohol en werk", leken de inhoud van die lezingen spontaan vergeten.
Het entertainment vond ik ook niet leuk, sorry. De hoempapa die je verwacht bij de zilveren bruiloft van ome Piet en tante Truus (in de jaren zeventig wel te verstaan), daar heb ik gewoon niks mee.
Maar het toetje was erg lekker:-)



Bergen ligt werkelijk schitterend en aangezien woensdagmiddag de zon scheen, besloten we het Fløibanen-treintje naar boven te nemen om van het uitzicht te genieten. Een must voor elke toerist!

Donderdag kwam, zoals voorspeld, de sneeuw. Dat betekende drab op straat, en een fraai laagje poedersuiker op de bergen.
Het lijkt nog maar zo kort geleden dat het winter was, en nu is het alweer bijna zo ver...

(foto's genomen met mijn telefoon, dus helaas geen topkwaliteit)

zaterdag 9 oktober 2010

Jacht

Een paar maanden geleden stuurde de receptioniste van het bedrijf waar ik werk de volgende mail rond:
"Beste mensen, morgen ga ik de koelkast schoonmaken. Van wie is die elandbout die in het vriesvak ligt?"
De rechtmatige eigenaar meldde zich, duidelijk tevreden over het feit dat hij zo lang na het seizoen nog met een stuk eland naar huis kon.

Inmiddels is hier de jachttijd aangebroken, en dus kunnen er weer volop verse elanden en herten worden aangevoerd.
Ik kijk er allang niet meer van op dat mensen speciaal voor de jacht een paar dagen vrij nemen in de herfst, maar verder blijft het toch een fenomeen waar ik met gemengde gevoelens naar kijk. Twee weken geleden ging een collega op hertenjacht. Vier stuks was het maximum dat haar groepje mocht schieten, want het is allemaal netjes gereguleerd. Je kunt niet zomaar beesten neerknallend door de bossen trekken.
Na het weekend kwam mijn collega tevreden terug op kantoor. Twee herten bedroeg de buit. Ze had wat foto's gemaakt met haar telefoon. "Hier zijn ze net geschoten" en "kijk, hier halen we de ingewanden er uit."
Lekker....

Nu moesten de herten even drogen, vertelde ze, en daarom hingen ze tijdelijk in de garage. Ik probeerde me voor te stellen hoe het zou zijn als ik elke ochtend als ik mijn fiets uit de garage haal, getrakteerd zou worden op twee hangende herten. "Maar ze zien er niet meer echt uit als herten hoor", zei mijn collega, "want de vacht is er al af."
O gelukkig, een hele geruststelling!

De jacht zal mijn hobby niet worden, maar ik moet toegeven dat ik eland- en hertenvlees wel erg lekker vind. Laatst op mijn verjaardag heb ik nog een heerlijk mals hertenbiefstukje gegeten.
Ik kan mijn handjes dus niet helemaal in onschuld wassen.

maandag 27 september 2010

Winterklaar


Toen we nog in Nederland woonden, zei het begrip "winterklaar" me niet zo veel. Het winterklaar maken van de tuin bestond uit een rondje langs de plantenpotten op het terras en dat was het wel zo'n beetje.
Nu gaan we onze vierde winter in Noorwegen tegemoet en in juli begonnen we al met de voorbereidingen. "Laten we, nu het nog mooi weer is, de garage opruimen. Dan past straks de auto er goed in." Zo gezegd, zo gedaan. Garage opgeruimd, sneeuwschuivers zo gehangen dat we er makkelijk bij kunnen als het nodig is. Dankzij het overhangende dak kunnen we ook na hevige sneeuwval de garagedeur nog open krijgen, dus de schuivers hoeven niet buiten naast de voordeur te staan.

We bedachten dat we niet alleen plaats voor de auto nodig zouden hebben, maar ook voor het haardhout. Dat we trouwens al bijna moesten bestellen. Als je daarmee wacht tot het echt winter is, kun je alleen nog tegen woekerprijzen zakken hout bij het benzinestation kopen. Niet erg als je een paar dagen je vakantiehuisje warm moet stoken, maar een beetje oneconomisch voor de gemiddelde inwoner van Noorwegen. Het was de eerste keer dat we hier in Larvik gingen bestellen, dus nieuw houtmannetje gezocht. Of het goed was dat hij het zaterdagochtend om 9 uur kwam afleveren? Zaterdagochtend om 9 uur werd er een aanhanger met hout leeggestort voor de garage ("Legt u het daar maar neer, bedankt, tot volgend jaar"). Zondagochtend hadden we eindelijk genoeg moed verzameld om de houtblokken naar binnen te verplaatsen. Vermoeiend klusje, maar uiteindelijk lag alles mooi opgestapeld in de garage!

Helemaal winterklaar zijn we nog niet, want de olietank moet nog bijgevuld worden. Olie is tenslotte onze hoofdbrandstof. Is die op, dan hebben we koud water en koude radiatoren. Dat herinner ik me nog goed van afgelopen winter.

Ik denk nog wel eens terug aan onze Hollandse cv met volledig programmeerbare aan- en uittijden....

maandag 30 augustus 2010

De kunst van het omrekenen

In Noorwegen is, zoals bekend, het levensonderhoud niet echt goedkoop. Toen we hierheen verhuisden, besloten we dan ook de prijzen van boodschappen en andere gangbare gebruiksvoorwerpen niet om te rekenen in euro's. Dat levert alleen maar frustratie op en de supermarkt wordt er niet goedkoper door.
Een enkele keer kunnen we het natuurlijk niet laten en rekenen we stiekem toch om. Niet in euro's, maar in guldens! Tja, vooral John vindt dat erg grappig...... "Het is toch niet te geloven, we hebben hier voor 40 gulden zitten lunchen", zegt hij dan opeens.
De andere kant op omrekenen, doen we ook wel eens ("Als ik mijn hardloopschoenen in Nederland koop, bespaar ik 500 kronen"). De kunst is eigenlijk om alleen om te rekenen op de momenten dat je er vrolijk van wordt.

Afgelopen zaterdag waren we bij Ikea. Niet dat we nou dringend om nieuwe spullen verlegen zaten, maar we waren er in de buurt en dat zijn we niet elke dag.
Het eerste dat we daar binnen tegenkwamen, was een enorme bak met keukenhandoekjes à twee kronen per stuk. Twee kronen! Dat is zelfs omgerekend in guldens nog bijna gratis.
Aan het einde van onze voettocht door de winkel hadden we een hele Ikea-tas (zo'n enorme gele) vol met "bijna gratis"-producten. Al met al pinden we natuurlijk toch nog een aanzienlijk bedrag. Maar we waren reuze tevreden. En dat is ook wat waard!

zaterdag 7 augustus 2010

Koffie, waterflesdopjes en een onverwachte ontmoeting

Noorwegen is een prachtig vakantieland. Niet voor niks hebben we twee keer in onze zomervakantie met de auto het land doorkruist. Sinds we in Noorwegen wonen, is het er echter nog niet van gekomen om in "eigen land" op vakantie te gaan. Een paar keer hadden we halfslachtige plannen, maar steeds kwam er iets tussen: veteranenatletiek in Slovenië, verhuizing naar Larvik, ga zo maar door. Dit jaar hadden we al in januari besloten dat we in juli een week naar de EK atletiek in Barcelona zouden gaan. Tel daar een paar dagen Nederland en een paar dagen thuis bij op en de zomervakantie (die van mij althans) is alweer voorbij. Op onze uitstapjes in de omgeving na, werd het dit jaar dus weer geen Noorse vakantie.

Toen ik op mijn werk vertelde dat we naar Barcelona zouden gaan, kwam een collega prompt de volgende dag met het boek "Havets katedral" aanzetten. "Móet je lezen", zei ze. Hetgeen ik natuurlijk meteen deed, want een dag niet gelezen is een dag niet geleefd. Toch? Ik kwam door het boek helemaal in de Catalaanse sferen en met nog een bladzijde of 50 te gaan stapte ik in het vliegtuig. En, tja, zelfs ik, als niet-stadliefhebber, moet zeggen: Barcelona is echt erg leuk! De stad heeft van alles wat: vreselijke toeristenplekken, leuke smalle straatjes met kleine winkeltjes, mooie parken, musea natuurlijk, en niet te vergeten de zee. Een paar stappen naar links of rechts van die afgrijselijke Rambla en je vindt de leukste eetplekjes waar je voor weinig geld lekker kunt happen (vooral als je het vergelijkt met de Noorse prijzen...). Ook heeeel belangrijk: heerlijke koffie, altijd en overal. Dat is nog eens wat anders dan dat slootwater hier in Noorwegen -OK, toegegeven, bij "Bare barista" in Tønsberg kunnen ze wel koffie zetten-.

We hadden een passe-partout voor het atletiekstadion gekocht, waardoor we de hele week konden komen en gaan wanneer we wilden. Aanvankelijk gingen we lopend naar het stadion, maar twee keer per dag drie kwartier heen en drie kwartier terug lopen (bij 25-30 graden) vonden we toch wat veel, dus halverwege de week zijn we overgegaan op de metro.
De veiligheidsagenten bij het stadion hanteerden een even onverbiddelijk als onbegrijpelijk waterflesjesbeleid: alleen kleine flesjes mochten mee naar binnen, en dan zonder dop. We snapten niet echt waar dit goed voor was, maar na wat heen en weer denken, concludeerden we dat het misschien was omdat je met volle flessen zou kunnen gaan gooien, of met de dopjes zelf. Maar ja, er zijn natuurlijk zat andere dingen waar je ook mee kunt gooien. De dopjes-maatregel zette ons en andere stadiongangers aan tot een milde vorm van burgerlijke ongehoorzaamheid: tien meter voor de ingang dopje van flesje halen, dopje in je zak, flesje mee naar binnen, dopje er weer op. Niets menselijks is ons vreemd, zullen we maar zeggen.

Er was zo veel mooie atletiek te zien dat we meestal zowel 's ochtends als 's avonds in het stadion waren. Ik zal hier niet alles tot in detail beschrijven, maar wil nog wel even kwijt dat ik persoonlijk het allermeeste genoten heb van de tienkamp. Ge-wel-dig! Natuurlijk was er zo nu en dan een dompertje en na een paar avonden komen die prijsuitreikingen tussendoor (met steeds maar weer dat Franse volkslied) ook je neus wel uit, maar dat mocht de pret niet drukken.

Omdat we tussen de atletieksessies door moesten uitrusten en afkoelen bij en in het hotelzwembad, bleef er weinig tijd over voor andere activiteiten. Een bezoekje aan een paar Gaudi-werken kon er nog wel af, o.a zijn we naar Park Güell geweest. Op weg terug van het park naar de metrohalte zie ik opeens een bekende gestalte voor me op de stoep lopen. Nee, dat kan toch niet waar zijn? Stijn? Maar het is wel waar. Dat je nou toch naar Barcelona moet om een collega van tien jaar geleden tegen het lijf te lopen! En zo weinig veranderd in al die jaren (behalve de kinderen dan, die ik me herinnerde als Olvarit happende baby's, hetgeen ze nu toch echt niet meer bleken te zijn). We gingen op weg naar onze metro's en daarmee was de ontmoeting net zo kort als ie onverwacht was, maar we zijn er weer even aan herinnerd dat de wereld soms heel klein is.

Zondagavond wonen we de allerlaatste onderdelen op de EK bij en rijden vervolgens naar Girona waar we een paar uurtjes half slapend doorbrengen in een hotel naast het vliegveld. Vroeg uit de veren om een plekje te veroveren in de RyanAir rij en zodoende een goede zitplaats te bemachtigen (gelukt: zowel heen als terug een plek bij de nooduitgang met een zee aan beenruimte!). Stipt op tijd landen we op Torp waar we worden opgehaald door Sandra en Mirjam die de hele vakantie op huis en katten hebben gepast. Om het goede gevoel nog even vast te houden zetten we direct koers richting Tønsberg voor een lekker kopje koffie bij "Bare barista".

dinsdag 13 juli 2010

Bloggen over het werk

Na bijna drie jaar werken in Noorwegen, is het aantal blogs over werk nog steeds op één hand te tellen. Niet dat ik nooit wat meemaak hier, maar lang niet alle werkzaken lenen zich nu eenmaal voor de blog. Een blog is tenslotte openbaar en je kunt wel denken ”ach, die Noren kunnen toch geen Nederlands lezen”, maar het zit hier vol met Nedernoren die zowel Noors als Nederlands spreken en daarnaast is het met googletrans een fluitje van een cent om een tekst vertaald te krijgen. Beetje krom meestal, maar de essentie haal je er toch wel uit. OK, voor de liefhebber: dit krijg je als je deze tekst via googletrans eerst van het Nederlands naar het Noors vertaalt en die vertaling vervolgens weer laat overzetten naar het Nederlands:

Na bijna drie jaar van het werken in Noorwegen, het aantal blogs blijft om te werken met een handvol. Niet dat ik nooit zal ervaren wat is hier, maar niet alle producten zijn geschikt om te werken alleen op de blog. Een blog is immers openbaar, en je zou kunnen denken "oh, dat de Noren nog steeds geen Nederlands kan lezen”, maar zit hier vol met lagere Oren zowel Noorse en Nederlandse spreek-en ook een Google-controle op een fluitje van een cent de vertaling van de tekst te krijgen. Meestal iets scheef, maar je krijgt de essentie daar toch.

Veel dingen zijn niet zo blogbaar dus, maar Algemene Noorse Rariteiten natuurlijk wel. Dat zijn van die terugkerende fenomenen waar ik me steeds weer over verbaas. Regelingen waarvan ik er met mijn verstand niet bij kan dat iemand die ooit verzonnen heeft en waar ik me, op slechte dagen, behoorlijk aan erger. Dat laatste is natuurlijk zinloos, want sommige dingen zijn gewoon zoals ze zijn en “even veranderen” (dwz. aanpassen aan onze eigen, veeeeel betere, maatstaven) is er niet bij. De gemiddelde Noor is al niet eens aan de kroket te krijgen, laat staan dat je zomaar aan zijn wetgeving gaat sleutelen. Even los van dat dat voorlopig helemaal niet kan. Ik heb nog wel even te gaan voordat ik voldoe aan de criteria om me te mogen uitleven in de landelijke politiek hier.

Wat zijn dan die dingen die ik ongeveer dagelijks tegenkom in mijn werk en die me verbazen of irriteren (en soms natuurlijk ook komisch zijn)? Nou bijvoorbeeld de wetgeving rond vakantie en vakantiegeld, (ziekte)verzuimregelingen, de rol van de vakbonden, de manier waarop er over salaris onderhandeld wordt, de jaarlijkse stakingsgolf, die eeuwige hang naar een iedereen-is-gelijk-grijze-muizigheid, de vergadercultuur, en de kenmerken van een zogenaamd geslaagd bedrijfsfeestje.

Als je dit zo leest, zou je bijna gaan denken dat het bepaald niet leuk werken is in Noorwegen. Dat valt wel mee hoor. Er zitten ook genoeg voordelen aan. Maar de illusie dat de cultuurverschillen tussen Noorwegen en Nederland klein zijn, raak je snel kwijt als je hier een tijdje aan de slag bent.

zaterdag 3 juli 2010

In Larvik is het goed wonen - deel 2: kustidylle


Het was de hele week lekker weer hier, maar niet zo warm als in Nederland. Het Nationaal Hitteplan kon dus in de kast blijven...

John heeft al lang en breed zomervakantie. Voor mij duurt het nog anderhalve week, maar om vast in de stemming gekomen, zijn we er deze week bijna elke dag een paar uur op uit gegaan. Lekker genieten van het mooie weer en de lange dagen.

Vorige week zaterdag waren we op Verdens Ende, oftewel het einde van de wereld, het puntje van een lang schiereiland bij Tønsberg. We waren ons fototoestel vergeten, dus voor wie niet in de gelegenheid is om zelf te gaan kijken, blijft het nog even een verrassing hoe het er daar uitziet.
Een dag later ontdekten we een leuk paadje nog geen tien minuten bij ons huis vandaan. Stom toevallig eigenlijk, we waren alleen maar even een wandelingetje in de buurt aan het maken.

We zijn ook naar Ula geweest. Dat is een kwartiertje rijden hiervandaan. We waren daar al eerder geweest. Tijdens onze huizenjacht vorig jaar, hadden we er zelfs korte tijd een huis op het oog. Maar een gehucht met nog geen 200 vaste inwoners vonden we toch wat te klein.
Ula heeft alles wat je van een kustidylle verwacht: een knus haventje, gladgespoelde rotsen en lieflijke zandbaaitjes. En direct daarachter, misschien wat onverwacht, een echt "boerenland" met akkers, korenvelden en bossen.

Ook dichter bij huis zijn er veel mooie kustplekjes. We hebben uitgebreid rondgedoold op smalle paadjes (of iets wat in het begin nog op een pad leek, maar later niet meer zo heel erg), genoten van de prachtige uitzichten en een ijsje gegeten op een bankje naast het café van de zeilclub.

En we waren het er over eens dat het mooi is hier.

dinsdag 8 juni 2010

12 uur lang ballen slaan

We hebben een volgepland weekend achter de rug. Het begon al op vrijdag. Vrijdagavond waren de Bislett Games in Oslo. Sinds we in Noorwegen wonen, hebben we het er al over om daar een keer heen te gaan, maar vanuit Risør vonden we het toch een beetje te veel gedoe. Dit jaar kwam het er dan eindelijk van. We waren ruim op tijd in Oslo en het was prachtig weer, dus streken we eerst op een terrasje neer om wat te eten.

Na een korte wandeling kwamen we bij het stadion. We waren overal op voorbereid en hadden warme kleding en dekentjes bij ons, maar de tribune lag heerlijk in de zon. De dekens konden we zodoende gebruiken als zitkussentjes. Er was veel mooie sport te zien die avond en het is natuurlijk extra leuk om de beste atleten van de wereld eens van dichtbij te zien. Hoe vaak zie je nu Asafa Powell op twee meter afstand zijn veters vastmaken?



De volgende dag konden we 's ochtends niet te lang treuzelen, want om 12 uur werden we op de golfbaan verwacht voor de weekendcursus "de weg naar golf". Twee keer zes uur golfles, ik moet zeggen dat ik het een hele opgave vond. Dat lag niet aan de instructeur, een goedgehumeurde Zweedse ex-profspeler, maar meer aan het feit dat golf eigenlijk best moeilijk is. Eindeloos hebben we allerlei slagen geoefend. Een enkele keer ging het best goed, maar we hebben nog wel even te gaan voor we op het niveau van Tiger zitten (ik in elk geval, John bakte er wat meer van). Tot slot gingen we een rondje spelen op de baan. Je zou denken dat het leuk is om te proberen die bal in de hole te krijgen, maar de ellende is dat er op en langs die baan bomen, struiken en waterpartijen staan en liggen en dat de bal om een of andere onverklaarbare reden steeds als een magneet naar die hindernissen toegetrokken wordt. Tja, het zal wel een kwestie van veel oefenen zijn, maar eerst moet ik bijkomen (een beetje lichamelijk en heel veel geestelijk) van onze eerste kennismaking met de golfsport.

dinsdag 1 juni 2010

In Larvik is het goed wonen - deel 1

Wie in Noorwegen op vakantie is, is geneigd de pittoreske kustplaatsjes te bezoeken. Daar zijn er een heleboel van, en ze zijn zeker een bezoek waard. Een plaats als Larvik echter, rijd je snel voorbij. Voor velen is Larvik niet meer dan een afslag van de E18 onderweg van Oslo naar Kristiansand, of de plaats waar de boot uit Denemarken aankomt.

Tot vorig jaar had ik ook niet echt een beeld van Larvik. Behalve dan dat het een industriestad was. Dat klopt tot op zekere hoogte ook. Al is veel industrie inmiddels verdwenen.
Industriesteden zijn vaak een beetje grauw. Voormalige industriesteden hebben daarbij ook nog eens de neiging om triest en verlaten te zijn. Dat alles gold ook voor Larvik. Tot een paar jaar geleden...

Een ambitieuze burgemeester en een vermogende Larvik-familie bleken een goede combinatie om het "Larvik moet mooier"-project van de grond te krijgen. De haven van Colorline werd verplaatst, een deel van het voormalige havengebied werd omgetoverd in recreatiegebied met wandel- en fietspad, beachvolleybalveldjes en de onvermijdelijke ijstent. Er kwam een nieuw theater en een mooi spa-hotel.
Niet alles wat op het verlanglijstje stond, is gerealiseerd, maar Larvik is absoluut mooier geworden. Daarbij is de stad, zoals ik eerder al schreef, een prima uitvalsbasis om de prachtige omgeving te verkennen.

De hoogste tijd dus om het image dat Larvik bij Nederlanders en Nedernoren heeft een beetje op te poetsen. De komende maanden (of misschien duurt het wel langer) gaan we al het moois in beeld brengen.

Vandaag deel 1: Bøkeskogen.

zaterdag 22 mei 2010

Een acceptabele portie 17 mei

Opeens is het zomer hier. Heerlijk natuurlijk, maar eigenlijk een beetje te laat. Vorige week waren mijn ouders hier en toen was de zomer nog in geen velden of wegen te bekennen.

De woensdag voor Hemelvaart vond er een klassieke "vliegtuigruil" plaats: John vloog naar Nederland met het vliegtuig waarmee mijn ouders net op Torp waren aangekomen. Handig toch?
Ze waren hier nog niet geweest sinds onze verhuizing naar Larvik en waren natuurlijk erg benieuwd naar ons huis en de omgeving. Beide vielen goed in de smaak!

Larvik heeft een beetje het imago van een verslonsde industriestad, maar er is de laatste jaren veel aan gedaan om de stad aantrekkelijker te maken en met succes. Ook de omgeving is prachtig. Ik vond het rond Risør altijd erg mooi, maar moet toch zeggen dat ik het hier mooier vind. Om te beginnen hebben we hier ons eigen beukenbos (Bøkeskogen), gelegen tussen de stad en Farris, een groot water omringd door heuvels. Daar hebben we natuurlijk heerlijk gewandeld.
Een andere favoriete bestemming is het gezellige kustplaatsje Stavern en het gebied daaromheen, ongeveer een kwartier hiervandaan. De dag dat we daar naartoe gingen, was het jammer genoeg nogal regenachtig, maar het was toch een mooie tocht.
Ook de andere kant op, tussen Larvik en Sandefjord, zijn vele mooie plekjes, zowel in het binnenland als aan de kust. Bijvoorbeeld richting Ula en Eftang, waar je na een korte boswandeling opeens in een pittoresk baaitje tussen de uitgesleten rotsen staat.
Natuurlijk stond ook Tønsberg op het programma, ons favoriete stadje hier in de buurt. Dat werd koffie met taart bij ons favoriete café, een bezoekje aan de oude slot-toren en lunchen in het zonnetje op een van de altijd levendige terrassen aan de boulevard.

En toen was het 17 mei. Voor het eerst vond ik het jammer dat we niet meer in Risør wonen. Daar woonden we zo dicht bij het centrum dat we tussen de optochten door makkelijk even naar huis konden lopen. En het was gezellig om veel bekenden tegen te komen. 17 mei is namelijk eigenlijk een oersaai feest, dus die bekenden heb je nodig om er toch nog een beetje wat van te maken.
Ik moest vantevoren goed nadenken hoe ik mijn ouders een acceptabele portie 17 mei mee kon geven en het geheel verliep aardig volgens planning. De dag begon met het planten van een klein formaat Noorse vlag in het buxusperkje naast de voordeur. Ik heb nog nooit van mijn leven een Nederlandse vlag uitgehangen, maar toch was het op één of andere manier een beetje vreemd een Noorse vlag bij ons huis te zien.
We vertrokken met de auto naar de stad aangezien ik geen zin had om een half uur op mijn nette hooggehakte schoenen rond te strompelen. Nadat we een perfecte parkeerplaats hadden gevonden, waren we precies op tijd om een deel van de kinderoptocht naar het "kinderoptochtverzamelpunt" te zien marcheren. Vervolgens togen we naar Bøkeskogen waar we een goed plekje vonden op een bankje. Al gauw werd het behoorlijk druk daar en na een minuut of 20 kwamen de eerste scholen in de kinderoptocht aan. In een stad als Larvik ben je niet zo 1-2-3 klaar met die optocht en we besloten niet op de laatsten te wachten, maar wandelden naar de stad om aan de koffie en (alweer) taart te gaan. Er waren daar al veel mensen, maar we waren toch de grote drukte net voor. Na de koffie hielden we het voor gezien. 's Middags aten we naar goed Noors gebruik nog een ijsje. We waren erg tevreden met onszelf!

17 mei was in Nederland natuurlijk de dag van alweer een aswolk, maar John had gelukkig de avondvlucht naar huis en die kwam netjes op tijd aan.
Dinsdag vertrokken mijn ouders weer naar Nederland. De week was omgevlogen.

donderdag 13 mei 2010

"Ik ben Emmy van het Noordeinde in Sint Pancras"

Het is bijna 17 mei, de dag waarop de Noren zo mogelijk nog Noorser zijn dan anders.
Een mooi moment dus om weer eens een typisch Noors gebruik van dichtbij te bekijken.

Vorige week vroeg een collega:"Waar in Nederland kom je precies vandaan?" Ze was bepaald niet de eerste die dit vroeg en zal vast ook niet de laatste zijn. Toen ik begon te lachen, keek ze me een beetje verschrikt aan en vroeg of ze misschien een onbehoorlijke vraag had gesteld. "Nee, maar wel een typisch Noorse vraag", grinnikte ik.
Nou ja, daar begreep ze natuurlijk niks van....

Op de vraag waar je vandaan komt, hoor je te antwoorden waar je oorspronkelijk vandaan komt. Voor het gemak zeg ik altijd maar dat ik uit Alkmaar kom, om vervolgens een verhaal over Nederlandse kaas op te hangen. Als ik het helemaal goed zou willen doen, zou ik eigenlijk moeten zeggen dat ik van het Noordeinde in Sint Pancras kom. Maar ja, ga dat maar eens uitleggen aan iemand die echt het verschil niet weet tussen Groningen en Maastricht.

Maar goed, de plek waar je je wortels hebt, is dus erg belangrijk hier. Ik heb al heel wat Noorse sollicitatiebrieven gelezen en bijna allemaal beginnen ze ongeveer zo: "Ik heet Karin, ben 35 jaar, al 11 jaar gelukkig getrouwd met Ole. We hebben twee kinderen: Lise (10) en Martin (8). Na een aantal jaren in Oslo te hebben gewoond, zijn we drie jaar geleden terug verhuisd naar Nanset (een wijk hier in Larvik), waar we beiden ook zijn opgegroeid. Ik ben voorzitter van het feestcomité van de Eikenlaan, en speel blokfluit in het Nanset-muziekkorps.
Blabla, blabla, blabla.

Afhankelijk van mijn humeur en hoe druk ik het heb:
-denk ik "mens, kom eens to the point, stop met leuteren en vertel waarom je die baan wilt en wat je te bieden hebt."
-grinnik ik een beetje in mezelf
-lig ik onder mijn bureau van het lachen.

Ach, zo heeft elk land zijn eigenaardigheden en dat gekneuter hier vind ik meestal wel charmant. De kunst is om als import-Noor met dit soort dingen je voordeel te doen. Zo had een Australische kennis van ons moeite met het vinden van werk. Totdat hij in zijn cv de naam van zijn (Noorse - en lokaal "bekende") vrouw noemde. Toen ging het ineens een stuk makkelijker allemaal.

Of het professioneel is?
Ehhh, professio-wattuh?

zondag 25 april 2010

Jarig

Er zijn er twee jarig, hoera, hoera!


Nelson en Pebbles worden 6 vandaag

zondag 18 april 2010

Kan iemand die vulkaan even uitzetten?

Eindelijk heeft heel Europa weer eens iets gemeenschappelijk: de aswolk. En voor de verandering kwam Noorwegen nu eens niet achteraan hobbelen in de ontwikkelingen, want wij hadden 'm zo'n beetje als eerste.

Toen ik woensdagavond las over de vulkaanuitbarsting, had ik -naïeve burger- nog geen flauw idee van de gevolgen. "Dat wolkje waait weel weer over", dacht ik, niet wetend dat die vulkaan nog lang niet uitgespuugd was. Maar het werd al gauw duidelijk dat die as ook bij ons roet in het eten zou gooien. Diana's vliegtuig kwam niet donderdagavond, en ook niet vrijdagmiddag, en niet zaterdagavond. En John loopt vandaag niet de Hilversum City Run, maar gewoon een trainingsrondje op de atletiekbaan in Larvik.

De creativiteit van de luchtvaartmaatschappijen in deze "crisissituatie" valt me een beetje tegen. Iedereen kent toch de tekst "De NS zet bussen in", lijkt me. Waarom worden er niet veel meer vervangende diensten ingezet? Hebben al die piloten die nu thuis zitten ook weer wat te doen.

Is die vulkaanas nou schadelijk voor de gezondheid of niet? De kranten staan vol met elkaar tegensprekende berichten, waardoor ik nog steeds niet weet of het beter is om binnen te blijven als het gaat regenen, en of de katten straks wel uit hun vertrouwde regenvijvertjes kunnen drinken.
Is de lucht schoner zonder vliegtuigen maar met vulkaanas of met vliegtuigen en zonder vulkaanas?
Voor onderzoekers in uiteenlopende vakgebieden zorgt de uitbarsting vast voor de nodige afwisseling. Echt natuurgeweld is toch iets anders dan een nagebootst vulkaantje in een laboratorium ergens negen-hoog in de grote stad.

IJsland mag dan een klein landje ergens midden in de oceaan zijn, het slaagt er toch maar weer in de gemoederen in Europa flink bezig te houden.

zondag 11 april 2010

Bezoek van Jo en zonnig weekend

Pasen ligt achter ons, we zijn begonnen aan de etappe naar de zomervakantie. Het paasweekend was Jolanda over uit Nederland. We hadden er lang op moeten wachten, maar nu was het dan eindelijk zover!
Aanvankelijk was de weersvoorspelling zo slecht dat ik Jo mailde vooral haar regenjas en rubberlaarzen niet te vergeten, maar in de praktijk viel het allemaal erg mee. Twee van de drie dagen hadden we een lekker zonnetje en we zijn er gezellig op uit geweest. Eerste paasdag was er paasmarkt in Stavern. Daar was heel wat volk op de been. Zoals meestal bij de eerste zonnestralen, zaten de terrasjes stampvol. Omdat er een frisse bries stond, zijn wij als echte Hollandsen toch maar binnen gaan zitten.
Dinsdag ging Jo helaas alweer naar huis. De weergoden moesten er blijkbaar ook van huilen, want het regende behoorlijk die dag.

Inmiddels is de zon teruggekeerd. Tijd om eens wat in de tuin te gaan doen. Niet alleen voor ons, maar ook voor de rest van de straat. Overal wordt ijverig geharkt en geschept. Ook hebben we vandaag ons eerste rondje hier gefietst, "rondje Stavern". John moest natuurlijk zijn in de najaarsuitverkoop gekochte racefiets eens goed testen, dus die was binnen no time uit zicht. Gezellig hoor, dat samen fietsen......
Het is hier overigens goed fietsen. Natuurlijk wel wat heuveltjes, dus het is af en toe flink puffen geblazen.

We zijn klaar voor weer een nieuwe werkweek, en natuurlijk voor het bezoek van Diana die donderdagavond aankomt. Jaja, een Belg in Noorwegen! Dat levert vast wel weer een blogje op.

dinsdag 30 maart 2010

Paasnoten

We hebben paasvakantie.
Voor John is het natuurlijk vertrouwd om de hele week voor Pasen vrij te hebben, voor mij niet zo. Bij mij op het werk zijn we verplicht vrij, een regeling die stamt uit de tijd dat we nog min of meer een productiebedrijf. Eigenlijk vind ik het een regeling uit het stenen tijdperk, maar nu ik eenmaal vrij heb, moet ik zeggen dat ik het ook wel lekker vind. En als we niet gesloten waren geweest, hadden de meeste collega's waarschijnlijk toch vrij genomen, aangezien één op de vier Østlanders met Pasen in zijn berghut bivakkeert.

Wij gebruiken de paasvakantie om een paar kleine klusjes te doen en hier en daar een stukje taart te eten. Afgelopen zaterdag zaten we in een cafeetje in Skien te genieten van een heerlijk kopje koffie terwijl onze tafelburen zich vermaakten met de påskenøtter oftewel de paasnoten. Met Pasen, en trouwens ook met Kerst, worden er in Noorwegen heel wat noten gekraakt. Die noten, dat zijn raadseltjes, quizjes, puzzeltjes etc. De buren hadden zich op de grote kaasquiz gestort. -"Ronde, Nederlandse kaas met rode was eromheen", -"Edammer", -"goed". -"Italiaanse kaas, veel gebruikt in pasta's", -"eh","?". "Is dat niet van die kaas die altijd in zo'n bakje op tafel staat, met een lepeltje er in?". Buurman twee maakt kaasschepbewegingen naar buurman één. "Hoe heet dat ook alweer?", zweet hij. "Begint met een P", komt buurman één te hulp. Het mag niet baten, buurman twee moet passen. Dat komt er nou van als je opgroeit met plakken geel rubber die als kaas verkocht worden.

Behalve op noten, stort Noorwegen zich met Pasen ook massaal op "krim". Dat zijn van die boeken die een jaar of tien geleden in Nederland verkocht werden onder het kopje misdaadroman, maar die sinds een tijdje "literaire thriller" heten. Krim schrijven kunnen ze hier in Scandinavië wel, dus logisch dat dit populaire kost is. Lekker een beetje spanning in je hut bij het haardvuur. Of thuis op de bank natuurlijk. Wie liever tv kijkt dan leest, komt niets tekort, want elke avond wordt er wel wat spannends uitgezonden: Amerikaans, Brits, Deens, Noors, en vooral Zweeds. Onze oosterburen produceren krim aan de lopende band, in alle soorten en maten. Mooi hoor, maar wij hebben de beste schrijver: Jo Nesbø. Lekker puh!

dinsdag 23 maart 2010

Gasten

Vorige week dinsdag was het dan zover: Benjamin en Michan kwamen aan in Larvik. John kon ze tussen de lessen door ophalen van het vliegveld. Handig toch, dat we nu zo dicht bij Torp wonen.
Toen ik thuis kwam uit mijn werk zaten de mannen aan tafel achter hun respectievelijke laptops en ik ging er natuurlijk gezellig bijzitten.

Op de dagen dat wij moesten werken, vermaakten de gasten zich met een tochtje naar Sandefjord, diverse rondjes hardlopen, slapen en knuffelen met de katten.

's Avonds was eten de belangrijkste bezigheid, nou ja, voor drie van ons dan. Benjamin wist ook overdag de weg naar de keukenkastjes goed te vinden. De omloopsnelheid van de zakken met noten bereikte een hoogtepunt. Koken deden onze gasten ook. We hebben heerlijk gesmuld. Weliswaar meestal nogal laat op de avond (gemiddeld 21.00 uur?) maar dat mocht de pret niet drukken.


De gezonde maaltijden en frisse fruitshake-toetjes moesten natuurlijk een beetje gecompenseerd worden. Daar hadden de broertjes Romkes wel een oplossing voor: slagroom!

Als je in de winter op vakantie gaat in Noorwegen, moet je ook een bezoek aan de skipiste brengen, toch? Michan had tenslotte niet voor niks zijn snowboard meegesleept. Dus togen John, Michan en ik zondag naar Svarstad. Zij met hun snowboard, ik met mijn ski's. Benjamin hield thuis de katten gezelschap.
Ik mocht getuige zijn van een paar fraaie snowboard-capriolen. De filmpjes daarvan plak ik hier niet in, maar laat ik het zo zeggen: Sotsji 2014 lijkt niet echt een haalbare zaak...
Dan maar een foto'tje van John en Michan in stilstand.

Intussen zijn de mannen weer in Nederland. Het is wel een beetje stil in huis. Al zal die stilte niet zo lang duren, want de logeerkamer is al aardig volgeboekt de komende maanden.

maandag 15 maart 2010

De zon, de verrekijker en de bank

De afgelopen weken heb ik een paar keer gedacht: "Zal ik weer eens een blogje schrijven?" Maar waarover dan? Zelfs in Noorwegen gebeurt er niet elke week iets spannends en dat het eindelijk lente aan het worden is, is nou ook niet echt wereldnieuws. Wel fijn hoor, daar niet van. De vogeltjes fluiten en de fiets is weer van stal gehaald.

Op zonnige dagen wordt het zo warm in huis dat de verwarming nauwelijks nog aan hoeft. Tegelijkertijd wordt pijnlijk duidelijk dat de ramen nodig eens gelapt moeten worden.
Meteen maar gedaan. We waren toch in een opruimerige bui, omdat morgen ons eerste bezoek van 2010 op de stoep staat. Benjamin en Michan komen Larvik onveilig maken. Gezellig, het is al weer even geleden dat we logees hadden.

In een aanval van kluslust besloot John de drie nog ontbrekende plafondlampen in de benedenkamers te monteren. Om lampen te vinden, moest ik eerst een vijftiental dozen doorspitten, maar het resultaat mocht er zijn: een uitgebreid assortiment aan lampen en als bonus de verrekijker die we sinds Almere niet meer gezien hadden. Geen boot op de Larviksfjord zal nog veilig zijn voor onze spiedende blik.

Ook hebben we weer eens de jacht op een nieuwe bank geopend. Eens in de zoveel tijd zeggen we tegen elkaar dat we de Ikea-bank eens moeten vervangen door een exemplaar dat wèl lekker zit, maar veel verder dan dat zijn we nog niet gekomen. Intussen wordt de Ikea volop beslapen door de katten, die het duidelijk een prima ding vinden.

Dankzij de centrale ligging van Larvik (vergeleken met Risør) hoeven we nu niet meer een hele dag uit te trekken voor het bezichtigen van één bank die als het een beetje tegenzit ook nog eens niet in de winkel te bewonderen is, meestal van vanwege gebrek aan belangstelling voor het model in kwestie want "ja, de mensen willen toch het liefst Noors, hè, gewoon iets wat vertrouwd is."
Afgelopen zaterdag lukte het zelfs om op één en dezelfde dag te skiën en meubels te kijken zonder dat we daarvoor in het donker van huis moesten cq thuis kwamen.
De aanschaf van een bank lijkt nog ver weg, al hebben we nu wel een paar leuke modellen gezien (Deens en jawel....Noors). Helaas hebben we ons favoriete model nog niet in de winkel aangetroffen en om nou een bank te kopen zonder er ooit op gezeten te hebben, tja. Voorlopig hoeven de katten hun slaapplaats nog niet te missen, denk ik.

zaterdag 20 februari 2010

Sneeuwduinen


"Beetje tevreden met je leven als sneeuwpop?", vraagt John als ik doelloos voor me uit starend aan tafel zit. "Hmmm",mompel ik en kijk mismoedig naar buiten. Sneeuw, sneeuw, en nog eens sneeuw. Het houdt maar niet op. Omdat het ook nog eens hard waait, ziet de wereld om ons heen er uit als een enorme sneeuwwoestijn. Op het terras hebben zich fraaie sneeuwduinen van anderhalve meter hoog gevormd, terwijl bij de achterdeur nog gewoon de stenen te zien zijn.

Vandaag is het zaterdag en het is de hoogste tijd om boodschappen te doen, getuige de eenzame avocado die ons aanstaart vanaf de fruitschaal en de drie brokjes die nog in de zak met kattenvoer zitten. Om de auto op de weg te krijgen moet er echter eerst gewerkt worden. Aan de slag met de sneeuwschuiver dan maar weer. Waar zal ik de sneeuw nu weer eens laten? Zoveel plaats is er niet meer. En waar zijn eigenlijk de vuilnisbakken gebleven? Gisteren stonden ze toch echt daar. Daar staan ze nu waarschijnlijk nog steeds, maar dan volledig ingesneeuwd.

Na een half uurtje werken, kan John met de auto richting supermarkt en is het huis weer min of meer bereikbaar. Voor even dan, want voorlopig blijft het nog sneeuwen en waaien. Wij blijven de rest van het weekend lekker binnen. Met een gevulde voorraadkast en de olympische spelen op tv moet dat geen probleem zijn.

zaterdag 6 februari 2010

Sneeuwschuiver

Voor me op het parkeerterrein van de supermarkt liepen een man en een vrouw met hun zoontje van een jaar of vier. Dat wil zeggen: de man en de vrouw liepen, de koter hing huilend bij papa op de rug. Dikke tranen biggelden over zijn koterwangetjes. In zijn knuistjes had hij een knalblauw mini-sneeuwschuivertje.
Het was eigenlijk vooral dat sneeuwschuivertje dat mijn aandacht trok. Ik begon te filosoferen over de taferelen die mogelijk aan de aanschaf van het ding vooraf waren gegaan. Had kleine Lukas (ik neem voor het gemak maar de populairste Noorse jongensnaam van de afgelopen jaren) dagen lopen zeuren om een sneeuwschuiver en 'm nu eindelijk gekregen? Maar waarom huilde hij dan? Wilde hij soms geen blauwe?
Of was de aanschaf onderwerp geweest van een serieus gesprek tussen vader en moeder terwijl Lukas in zijn bedje lag? "Zou hij al aan zijn eerste sneeuwschuiver toe zijn, wat denk jij?" "Mwah, ik weet niet, hij is nog wel wat jong." "Ach, kom op, we doen het, met sneeuwschuiven kun je tenslotte niet vroeg genoeg beginnen."
Hoe dan ook, Lukas zal zich naar hartenlust kunnen uitleven met zijn sneeuwschuivertje. Het is hier namelijk nog steeds volop winter.

Toen ik afgelopen woensdag op was gestaan en Nelson naar buiten wilde laten, zag ik dat er weer een flink pak sneeuw was gevallen. Voor Nelson reden om bij de deur rechtsomkeert te maken, voor mij reden om de schep uit de schuur te halen en een pad van de voordeur naar de weg te gaan graven. De overbuurman was ook al uit de veren en ging de sneeuw op zijn oprit te lijf met zijn sneeuwfrees. Ik was klaar met het paadje en ging naar achteren om de sneeuw bij de bijkeukendeur weg te vegen. Konden de katten ook weer naar buiten. Nelson en Pebbles mogen dan Maine Coons zijn, er is bar weinig van te merken dat hun ras oorspronkelijk in een ruig gebied met koude winters leefde.

Toen ik terug kwam aan de voorkant van het huis, was de overbuurman ons wandelpaadje aan het omtoveren in een keurig schoon, breed pad. Aardig toch? Later op de dag freesde hij ook nog eens de rest van de oprit. Fluitje van een cent. Wij waren natuurlijk erg blij met de hulp. Aan de andere kant vroegen we ons later hardop af welke dugnad we hier in de toekomst nu eens tegenover moesten stellen. Dugnad is een begrip dat je eigenlijk niet letterlijk in het Nederlands kunt vertalen, maar je kunt het zien als een mix van burenhulp en vrijwilligerswerk. Garage bouwen, speeltuin opknappen? Dugnad. In kleinere plaatsen is het zelfs nog gebruikelijk dat inwoners via een A4-tje bij de supermarkt opgeroepen worden tot dugnad, als het om iets gaat dat voor algemeen gebruik is. In grotere plaatsen waar niet iedereen elkaar kent, ligt dat anders. Ik stel me zo voor dat de dugnad daar op z'n retour is. Even op internet kijken, hier is vast al eens onderzoek naar gedaan. Ja hoor, dugnad leeft het meest in kleine dorpen en ... in Oslo. Toch een beetje verrassend.
Wat onze buren-wederdienst wordt, zien we dan wel weer. Met een beetje geluk valt er zelfs over te bloggen.

zondag 24 januari 2010

Januari

Januari gaat tergend traag voorbij. Het is niet mijn maand. Dat was het niet in Nederland en dat is het hier ook niet. De dagen zijn nog steeds kort, hoewel ik 's middags op weg van mijn werk naar huis de reflectiebandjes al niet meer om hoef. Het gaat dus wel de goede kant op. En door de sneeuw lijkt het lichter dan het eigenlijk is, dat is toch ook een pluspuntje. Maar zon hebben we te weinig deze maand. Het is grijs wat de klok slaat: grijs met lichte sneeuwval, of grijs en droog. Zeg maar hoe je het hebben wilt. Koud is het niet echt meer, rond de -3, dan hebben we het wel gehad. Na de koude-periode van een paar weken geleden, voelt dit aan als een behaaglijke buitentemperatuur, al bijna warm genoeg om zonder handschoenen op pad te gaan. Geef ons nog een paar jaar in Noorwegen en we lopen bij +5 rond in een t-shirtje met korte mouwen.

Goed, het is zaterdag 23 januari en triest weer. Wat doe je dan als inwoner van de provincie Vestfold? Als je Noor bent, ga je waarschijnlijk naar het NK langlauf dat gehouden wordt in Stokke, een half uurtje bij ons vandaan. Voor ons geen Stokke. Wij vertrokken naar Kristiansand voor het NK indoor atletiek voor veteranen. Na een jaar met blessureleed, had John de laatste tijd eindelijk weer behoorlijk kunnen trainen en hij wilde eens kijken hoe hij er voor stond op de 800 meter.

Het NK werd gehouden in een groot uitgevallen sporthal waar een loopronde met de weinig courante afmeting van 166 meter was aangelegd. Als toeschouwer had ik natuurlijk ruim de tijd om het geheel uitgebreid te bekijken. Het deed mijn januari-humeur geen goed. Wat een triestheid. Trieste sporthallen vind je niet alleen in Noorwegen, dat weet ik ook wel. Ik hoef alleen maar terug te denken aan 15 jaar met competitie-badminton in Nederland: rommelige accommodaties variërend van uit de kluiten gewassen gymzalen waar je de shuttle tien keer per wedstrijd tegen de aan het plafond gemonteerde ringen sloeg tot grote hallen waar het zo koud was dat je aan het eind van de wedstrijd nog steeds stond te klappertanden. Ongezellige kantines met koffie die te lang op de warmhoudplaat had gestaan, wc's zonder papier, glibberige douches met kranen waar te koud/te heet/te weinig water uit kwam. Wie kent het niet? En in Noorwegen hebben ze dus ook van die sporthallen. Maakt de integratie weer wat makkelijker.

John werd Noors kampioen in de leeftijdsklasse 45-49. De andere deelnemer in die klasse won zilver......
In totaal verschenen er zeven "veteranen" aan de start van de 800 meter, verdeeld over verschillende leeftijdsklassen. John begon en eindigde eenzaam vooraan, hetgeen bij de toeschouwers tot groot enthousiasme leidde. Dat was dan wel weer leuk.
De winnaar zelf meldde na afloop dat het met de vorm nog zozo was en dat hij wel klaar was met de Noorse veteranen-atletiek: te weinig te beleven.
Dit illustreert mooi de vicieuze cirkel waar de volwassenen-sport hier in zit: weinig actieve sporters, voor velen grote reisafstanden naar evenementen, waardoor er droevig weinig deelnemers zijn, waardoor uiteindelijk de laatste deelnemers ook afhaken. Hoe kun je wedstrijdsport "in de breedte" levend houden in een land met zo weinig inwoners per vierkante meter en lange reistijden?
Ik geloof niet dat ik het antwoord op deze vraag ga vinden. Niet in januari in elk geval.

maandag 11 januari 2010

Winterplaatjes

Koude, zon en knoespersneeuw, dat levert leuke plaatjes op:
1. Skiën in Drammen
2. Je moet al die sneeuw toch ergens kwijt
3. Winteruitzicht
4. Huis in de sneeuw
5. Winteruitzicht bij zonsondergang




vrijdag 1 januari 2010

35 graden verschil

Wij wensen alle blogvolgers een mooi 2010!

Het nieuwe jaar begon voor ons in de auto. Na een weekje Egypte waren we op weg van Gardermoen naar huis.

Een week zon in de kerstvakantie was ons vorig jaar zo goed bevallen dat we dit jaar besloten op herhaling te gaan.
Op 24 december worden we om 7 uur 's ochtends verwacht op Gardermoen en de avond van de 23e liggen we goed op schema. Oppas voor de katten is geregeld, de koffers zijn gepakt, de weersverwachting is goed. Alhoewel..... Ik kijk uit het raam en zie dat het sneeuwt. Huh? Dat was niet voorspeld! Met veel moeite kan ik John overhalen de opsta- en vertrektijd een uur te vervroegen. Daar moet echter wel wat tegenover staan: 1 lunchtraktatie voor elke 10 minuten die we eerder dan 7 uur bij de incheckbalie staan. Omgekeerd krijg ik 1 lunch voor elke 10 minuten die we na zevenen aankomen. Afgesproken!
Als we vertrekken is het droog, maar na nog geen vijf minuten rijden begint het te sneeuwen: grote, natte vlokken die het zicht beperken en de weg moeilijk berijdbaar maken. Terwijl de sneeuw onverminderd met bakken uit de lucht komt, slakken we over de E18. Pas in de buurt van Oslo komt er wat meer verkeer en wordt het makkelijker rijden. Eindelijk zijn we dan op Gardermoen. We zetten de auto in de parkeergarage en lopen naar de incheckbalie. Het is 07:04, er gaat niet getrakteerd worden.

Op Gardermoen laten ze zich door een paar sneeuwbuien niet uit het veld slaan en even later zijn we onderweg naar Hurghada.
We zijn gewaarschuwd voor lange rijen voor de paspoortcontrole en het visumstempel-loket, maar alles gaat supersnel. We worden in razend tempo door alle controles gejaagd en racen van het ene mannetje met een "Apollo"-bordje (onze reisorganisatie) naar het volgende mannetje met zo'n zelfde bordje. Het is lang geleden dat we een "wij hebben alles voor u voorgekauwd" reis hebben gemaakt. Tjonge wat makkelijk is dat: achter de meute aanhobbelen zonder zelf ook maar iets te hoeven regelen. Eenmaal bij het hotel gaat het op dezelfde voet verder. Overal is een mannetje voor en elk mannetje hoopt op een fooi. Maar dat mag de pret niet drukken. Het doel van deze vakantie was tenslotte om weinig te doen en bij te komen van de drukke maanden met een verhuizing en nieuwe banen.

Dat weinig doen lukt uitstekend met elke dag zon en een temperatuur van rond de 25 graden. Dat er in de nabije omgeving voornamelijk zand, zand en zand is, helpt ook. Eén dag maken we een uitstapje: met een boot naar een eiland, snorkelen, en met de boot weer terug. Snorkelen hadden we nog nooit gedaan en we vonden het allebei erg leuk. Zelfs in het kleine gebiedje waar we waren, was al een hoop te zien. Zoveel verschillende gekleurde vissen, net of we in een aquarium zwommen.
Terug op de boot krijgen we een late lunch en genieten we van de middagzon. Met de haven al in zicht, gebeurt er iets onverwachts: boem-stop-ho, de boot is vastgelopen. Geen wonder want zo te zien is het hier niet veel dieper dan een meter. Wat nu? Met z'n allen naar de voorkant, boot in z'n achteruit....niets. Een collega-boot schiet te hulp. Sleepkabels aangekoppeld, met z'n allen naar de zijkant, motor starten....niets. Er komt nog een boot bij, kabels verdelen over de twee boten, starten en......ja, we zijn los. Ha, toch nog wat beleefd deze vakantie!

Uitgerust en gebruind laten we ons donderdagmiddag weer ophalen door het Apollobusje. Op het vliegveld ondergaan we de hele controleprocedure, maar dan in omgekeerde volgorde. Wat een heksenketel. Alles gaat weer snel, hup-hup-volgende, bam-bam-bam, stempels in je paspoort en doorlopen. Elke keer als er een gate opengaat voor het instappen, worden passagiers op luide en dwingende toon aangespoord on-mid-del-lijk in de rij te gaan staan. Even later zitten we in het vliegtuig en zetten we, met de zonsondergang aan onze linkerhand, koers richting Oslo.

De laatste keer dat we het weerbericht bekeken, werd er op Gardermoen aanhoudende koude met temperaturen tot -20 voorspeld. Het was dus even afwachten of de auto zou starten. Gelukkig doet-ie het meteen. Het is dan ook niet kouder dan -10. Slechts 35 graden verschil met Egypte. Terwijl om ons heen het nieuwe jaar wordt ingeluid, tuffen we naar Larvik. Net als op de heenweg, sneeuwt het, maar nu is het gelukkig veel kouder en is de sneeuw licht en droog.
De buren zijn zo aardig geweest een pad van de weg naar de voordeur uit te graven zodat we ook de laatste meters zonder problemen kunnen afleggen. Even de katten knuffelen en dan snel slapen.

Gelukkig nieuwjaar!