zaterdag 18 december 2010

Vakbonden

Het is zaterdagavond 19.00 uur. Buiten sneeuwt het zachtjes, uit de keuken stijgt de veelbelovende geur van avondeten in wording op. Ik surf een beetje rond op internet en besluit om eens een kijkje te nemen om de website van mijn vakbond.
Als iemand me een paar jaar geleden had gezegd dat ik ooit lid zou worden van een vakbond, had ik hem waarschijnlijk voor gek verklaard. Ja, vakbonden zorgden er voor dat er eens in de zoveel tijd een nieuwe cao kwam en af en toe kwamen ze op tv. Dat was dan meestal in verband met een of andere staking. Leden schenen ze ook te hebben (20-25% van de werkende bevolking), maar die werkten blijkbaar ergens anders dan ik.

Dan Noorwegen: ruim de helft van de werkenden is hier lid van een vakbond, bij de overheid ligt de organisatiegraad zelfs rond de 80%. Niet zo vreemd dus dat ik tijdens mijn eerste werkweek bij de gemeente Risør al benaderd werd om me aan te sluiten bij een van de grootste vakbonden.
Daar moest ik eerst eens goed over nadenken. Het vakbondsgebeuren sprak me totaal niet aan, maar niet lid zijn betekende geen recht op salarisonderhandelingen en dat vond ik ook niet echt geslaagd. In Noorwegen wordt door de bonden niet alleen op centraal maar ook op lokaal niveau onderhandeld. Eerst worden de centrale richtlijnen afgesproken, vervolgens wordt binnen die richtlijnen in het bedrijf zelf onderhandeld over de salarissen voor groepen werknemers en ook individueel. Bij de overheid (en ook bij veel andere bedrijven) kunnen uitsluitend de bondsvertegenwoordigers die lokale onderhandelingen voeren. Je kunt dus als werknemer gewoon niet rechtstreeks met je leidinggevende over je eigen salaris onderhandelen. Dit o.a. om een grote mate van gelijke behandeling te bereiken en om de "zwakken" te beschermen. Heel nobel allemaal, maar ik regel mijn zaakjes toch liever zelf.

Uiteindelijk sloot ik me aan bij de vakbond waar ik de minste weerstand tegen voelde. Hoewel ik op mijn huidige werk prima zonder bond zou kunnen, ben ik nog steeds lid. Net als vele anderen te lui om op te zeggen/over te stappen omdat dat ook gevolgen heeft voor allerlei voordelen zoals korting op verzekeringen etc. Jaja, het idealisme is weer ver te zoeken, ik weet het.

Zolang ik het werk blijf doen dat ik doe, zullen de bonden altijd een belangrijke gesprekspartner voor me blijven, maar dan aan de "andere kant" van de tafel, en dat deel van het bondsgedoe vind ik dan juist wel weer grappig. Ze hebben allemaal hun eigen stokpaardjes en hun achterban is bijna altijd ontevreden (what's new?). Waar ik nu werk, onderhandelen we maar met één bond, dus dat is zo gepiept (vergeleken met de acht/negen die we in de kommune aan tafel kregen).

Met die typisch Noorse hang naar gelijkheid die naar buiten toe zo sterk gepredikt wordt, blijkt het als puntje bij paaltje komt ook wel mee te vallen. Want wat denkt de gemiddelde werknemer die nu eenmaal mens is?: "Gelijkheid is belangrijk, want het zou niet eerlijk zijn als een ander meer verdiende dan ik, maar zelf lever ik natuurlijk net iets beter werk dan de meeste anderen, dus het zou eerlijk zijn als ik wat meer kreeg dan de rest."
Zie daar in de praktijk maar eens wat moois van te maken...

Geen opmerkingen: