zaterdag 22 mei 2010

Een acceptabele portie 17 mei

Opeens is het zomer hier. Heerlijk natuurlijk, maar eigenlijk een beetje te laat. Vorige week waren mijn ouders hier en toen was de zomer nog in geen velden of wegen te bekennen.

De woensdag voor Hemelvaart vond er een klassieke "vliegtuigruil" plaats: John vloog naar Nederland met het vliegtuig waarmee mijn ouders net op Torp waren aangekomen. Handig toch?
Ze waren hier nog niet geweest sinds onze verhuizing naar Larvik en waren natuurlijk erg benieuwd naar ons huis en de omgeving. Beide vielen goed in de smaak!

Larvik heeft een beetje het imago van een verslonsde industriestad, maar er is de laatste jaren veel aan gedaan om de stad aantrekkelijker te maken en met succes. Ook de omgeving is prachtig. Ik vond het rond Risør altijd erg mooi, maar moet toch zeggen dat ik het hier mooier vind. Om te beginnen hebben we hier ons eigen beukenbos (Bøkeskogen), gelegen tussen de stad en Farris, een groot water omringd door heuvels. Daar hebben we natuurlijk heerlijk gewandeld.
Een andere favoriete bestemming is het gezellige kustplaatsje Stavern en het gebied daaromheen, ongeveer een kwartier hiervandaan. De dag dat we daar naartoe gingen, was het jammer genoeg nogal regenachtig, maar het was toch een mooie tocht.
Ook de andere kant op, tussen Larvik en Sandefjord, zijn vele mooie plekjes, zowel in het binnenland als aan de kust. Bijvoorbeeld richting Ula en Eftang, waar je na een korte boswandeling opeens in een pittoresk baaitje tussen de uitgesleten rotsen staat.
Natuurlijk stond ook Tønsberg op het programma, ons favoriete stadje hier in de buurt. Dat werd koffie met taart bij ons favoriete café, een bezoekje aan de oude slot-toren en lunchen in het zonnetje op een van de altijd levendige terrassen aan de boulevard.

En toen was het 17 mei. Voor het eerst vond ik het jammer dat we niet meer in Risør wonen. Daar woonden we zo dicht bij het centrum dat we tussen de optochten door makkelijk even naar huis konden lopen. En het was gezellig om veel bekenden tegen te komen. 17 mei is namelijk eigenlijk een oersaai feest, dus die bekenden heb je nodig om er toch nog een beetje wat van te maken.
Ik moest vantevoren goed nadenken hoe ik mijn ouders een acceptabele portie 17 mei mee kon geven en het geheel verliep aardig volgens planning. De dag begon met het planten van een klein formaat Noorse vlag in het buxusperkje naast de voordeur. Ik heb nog nooit van mijn leven een Nederlandse vlag uitgehangen, maar toch was het op één of andere manier een beetje vreemd een Noorse vlag bij ons huis te zien.
We vertrokken met de auto naar de stad aangezien ik geen zin had om een half uur op mijn nette hooggehakte schoenen rond te strompelen. Nadat we een perfecte parkeerplaats hadden gevonden, waren we precies op tijd om een deel van de kinderoptocht naar het "kinderoptochtverzamelpunt" te zien marcheren. Vervolgens togen we naar Bøkeskogen waar we een goed plekje vonden op een bankje. Al gauw werd het behoorlijk druk daar en na een minuut of 20 kwamen de eerste scholen in de kinderoptocht aan. In een stad als Larvik ben je niet zo 1-2-3 klaar met die optocht en we besloten niet op de laatsten te wachten, maar wandelden naar de stad om aan de koffie en (alweer) taart te gaan. Er waren daar al veel mensen, maar we waren toch de grote drukte net voor. Na de koffie hielden we het voor gezien. 's Middags aten we naar goed Noors gebruik nog een ijsje. We waren erg tevreden met onszelf!

17 mei was in Nederland natuurlijk de dag van alweer een aswolk, maar John had gelukkig de avondvlucht naar huis en die kwam netjes op tijd aan.
Dinsdag vertrokken mijn ouders weer naar Nederland. De week was omgevlogen.

donderdag 13 mei 2010

"Ik ben Emmy van het Noordeinde in Sint Pancras"

Het is bijna 17 mei, de dag waarop de Noren zo mogelijk nog Noorser zijn dan anders.
Een mooi moment dus om weer eens een typisch Noors gebruik van dichtbij te bekijken.

Vorige week vroeg een collega:"Waar in Nederland kom je precies vandaan?" Ze was bepaald niet de eerste die dit vroeg en zal vast ook niet de laatste zijn. Toen ik begon te lachen, keek ze me een beetje verschrikt aan en vroeg of ze misschien een onbehoorlijke vraag had gesteld. "Nee, maar wel een typisch Noorse vraag", grinnikte ik.
Nou ja, daar begreep ze natuurlijk niks van....

Op de vraag waar je vandaan komt, hoor je te antwoorden waar je oorspronkelijk vandaan komt. Voor het gemak zeg ik altijd maar dat ik uit Alkmaar kom, om vervolgens een verhaal over Nederlandse kaas op te hangen. Als ik het helemaal goed zou willen doen, zou ik eigenlijk moeten zeggen dat ik van het Noordeinde in Sint Pancras kom. Maar ja, ga dat maar eens uitleggen aan iemand die echt het verschil niet weet tussen Groningen en Maastricht.

Maar goed, de plek waar je je wortels hebt, is dus erg belangrijk hier. Ik heb al heel wat Noorse sollicitatiebrieven gelezen en bijna allemaal beginnen ze ongeveer zo: "Ik heet Karin, ben 35 jaar, al 11 jaar gelukkig getrouwd met Ole. We hebben twee kinderen: Lise (10) en Martin (8). Na een aantal jaren in Oslo te hebben gewoond, zijn we drie jaar geleden terug verhuisd naar Nanset (een wijk hier in Larvik), waar we beiden ook zijn opgegroeid. Ik ben voorzitter van het feestcomité van de Eikenlaan, en speel blokfluit in het Nanset-muziekkorps.
Blabla, blabla, blabla.

Afhankelijk van mijn humeur en hoe druk ik het heb:
-denk ik "mens, kom eens to the point, stop met leuteren en vertel waarom je die baan wilt en wat je te bieden hebt."
-grinnik ik een beetje in mezelf
-lig ik onder mijn bureau van het lachen.

Ach, zo heeft elk land zijn eigenaardigheden en dat gekneuter hier vind ik meestal wel charmant. De kunst is om als import-Noor met dit soort dingen je voordeel te doen. Zo had een Australische kennis van ons moeite met het vinden van werk. Totdat hij in zijn cv de naam van zijn (Noorse - en lokaal "bekende") vrouw noemde. Toen ging het ineens een stuk makkelijker allemaal.

Of het professioneel is?
Ehhh, professio-wattuh?