woensdag 21 mei 2008

Met mij gaat het goed


bericht van Pebbles

Beste bloglezers,

Dat was schrikken afgelopen zaterdag. Ik kan me niet meer herinneren wat er gebeurd is, maar opeens lag ik tussen de brandnetels en kon ik niet meer voor- of achteruit. Eerst dacht ik nog dat mijn nieuwe vriend, de grote rode kater, me wel snel zou komen redden, maar toen die niet op kwam dagen en het donker werd, begon ik het een beetje benauwd te krijgen.

John en Emmy hingen natuurlijk voor de tv samen met Nelson, die luie broer van me. Maar uiteindelijk kwamen ze toch naar buiten. Ik wist niet hoe hard ik moest mauwen om hun aandacht te trekken. Ik geloof dat ze nogal schrokken toen ze me zagen. Geen wonder want ik kon niet op mijn achterpoten staan en mijn staart deed het ook niet meer. En ik verrekte natuurlijk van de pijn.

Niet veel later lag ik op de behandeltafel van de dierenarts. Die wilde een foto van me maken. Nou vraag ik je! Ik bedoel, welke zichzelf respecterende poes wil er nou op de foto als ze net 2 uur in de brandnetels heeft gelegen? Gelukkig bleek het om een of andere saaie zwart wit foto van mijn binnenkant te gaan. Een hele meevaller! De dierenarts zei dat de foto er goed uitzag. Ik begreep eerlijk gezegd niet wat-ie er aan vond, maar OK. Smaken verschillen, zullen we maar zeggen.
Voordat ik weer naar huis mocht, kreeg ik nog twee spuiten in mijn nek. Alsof ik niet al genoeg pijn had...

De volgende dag kreeg ik door dat het ook zo z'n voordelen heeft om aan je mand gekluisterd te zijn. Er werd een apart hoekje voor me ingericht met mijn bak, eten en drinken, mijn mand dus en mijn favoriete slaapkleedje. Alles binnen pootbereik. Best lekker! Ik voelde me alweer wat beter en besloot het er goed van te nemen. Eten, drinken, slapen, wat wil een poes nog meer? Dit kon ik nog wel een tijdje volhouden.

Vanochtend werd ik tot mijn schrik opeens weer in de auto geladen. Ja hoor, naar de dierenarts natuurlijk. Uit pure stress ging ik wat heen en weer lopen door de behandelkamer. Hee, ik kon weer lopen. Het deed nog wel pijn, maar het ging! iedereen blij. Ik ook natuurlijk. Alhoewel... Nu beginnen John en Emmy opeens te praten over revalideren, etensbakje verder weg zetten en dat soort grappen. Ik geloof dat het over is met het luie leventje. Nou ja, als ik dan toch weer in beweging moet komen, hoop ik maar dat ik snel naar buiten mag. Kan ik mijn rode vriend opzoeken. Hij mist me vast.

zondag 18 mei 2008

17 mei



17 mei

Dag van de grondwet, grootste nationale feestdag in Noorwegen.

De afgelopen weken werd er onophoudelijk over gepraat door iedereen om ons heen, de laatste dagen niet in het minst vanwege het weerbericht dat de koudste 17 mei in 50 jaar voorspelde.

Wij wisten niet zo goed wat we van onze eerste 17 mei in Noorwegen moesten verwachten. OK, er was netjes een dagprogramma gepubliceerd op de website van de gemeente en collega’s informeerden ons welwillend: “nou, eerst heb je dus de optocht van 7 uur (‘s ochtends), die is nogal statig, meer een herdenkingsoptocht, dan heb je later op de dag de kinderoptocht en tot slot de burgeroptocht. En veel mensen hebben die dag hun bunad (klederdracht) aan.” “Oh, ehh, en is er verder nog iets?” informeerden wij voorzichtig, denkend aan markthandel in oude troep, eetkraampjes, loterijen en spelletjes. “O ja, jazeker`’, was het antwoord, “op 17 mei eet iedereen ijs”.
Wat betreft dat ijs eten vroegen we ons af wat het verschil kon zijn tussen 17 mei en een gewone dag, want in onze ogen eten Noren altijd ijs, zomer en winter, weer of geen weer. Maar goed, het was wel duidelijk dat 17 mei iets is wat je moet meemaken wil je het begrijpen.

06.45
John gelooft het wel met de optocht van 7 uur, maar ik wil zoveel mogelijk zien vandaag en wandel daarom richting dorp. Hier en daar kom ik al mensen in bunad tegen. Er hangt een donkere lucht boven zee.

07.00
Salut met kanonschoten, en daar komt de optocht aan. Ik herken een paar collega’s. Ik maak wat foto’s en volg de stoet naar Kastellet, een oud stukje verdedigingsgrond aan zee. Terwijl ik naar de vlaggenzee kijk, bedenk ik dat je 17 mei niet alleen als een leuke feestdag kunt opvatten, maar ook als een tamelijk fanatieke vorm van nationalisme. Het is maar hoe je het bekijkt. Het motregent.

07.10
De stoetgangers proberen een plekje te vinden op en rond Kastellet. De motregen wordt een fikse bui. Ik steek mijn paraplu op.

07.20
Het stortregent. De paraplu kan het niet aan. Tijd voor ontbijt. Ik ga naar huis.

10.00
Het is droog en begint voorzichtig op te klaren! Gestoken in nette en ook een beetje feestelijke kleding begeven we ons richting dorp om de kinderoptocht te bekijken. Hierin loopt alles wat iets met school te maken heeft, van de allerkleinsten in de kinderopvang (in buggy) tot Risør Videregående. “Sluit aan”, gebaart een collge van John enthousiast. John gebarentaalt beleefd terug dat zijn eerste 17e mei bestaat uit het maken van foto’s. Foto’s van leerlingen in bunad (meisjes) en in pak (jongens), foto’s van ijs etende leerlingen. We groeten bekenden hier en daar. Op zo’n dag is het knus om in een dorp te wonen. We proberen er aan te wennen dat iedereen elkaar “gratulerer med dagen” toeroept, een uitspraak die wij vooral associeren met verjaardagen. Bij de bakker genieten we van koffie met marsepeintaart. Voor ijs vinden we het een beetje te koud.

15.00
Na een pauze van een uur of twee daal ik weer af naar dorp, nu om de burgeroptocht bij te wonen. Hierin lopen alle verenigingen mee en tot slot iedereen die nergens bij hoort, maar toch mee wil doen. De stemming zit er nog steeds goed in, al meen ik bij een collega die voor de derde keer die dag de vlag van het muziekkorps draagt, wat sporen van slijtage te bespeuren.

17.30
We bellen aan bij het huis van Jon Olav en Else. Zij hebben ons en nog een paar mensen uitgenodigd op de koffie. Koffie om half zes? Ja, Noren gaan er van uit dat je dan al gegeten hebt. Heb je onverhoopt niet gegeten, dan hoef je geen honger te lijden, want bij zo’n koffieafspraak is er taart in overvloed. Het is gezellig en ongedwongen. Leuk om eens anderen te spreken.

23.00
We willen tevreden ons bed in rollen, maar bedenken opeens dat we Pebbles niet meer gezien hebben sinds we haar twee uur eerder naar buiten lieten. Het is niks voor haar om zo lang weg te blijven. Na lang zoeken en roepen vinden we haar uiteindelijk zielig mauwend in de tuin tussen de brandnetels. Ze kan niet meer op haar achterpoten staan. Paniek! De weekenddierenarts stelt voor het een nachtje aan te kijken. Als het echt niet gaat, kunnen we komen, maar dan moeten we wel naar Grimstad (ruim een uur rijden). We kijken elkaar aan en denken allebei hetzelfde: “kunnen we het maken?” “Ik ga kijken of er nog licht brandt bij Erik”, zegt John, en vertrekt.

00.00
Erik, onze eigen dierenarts, die twee minuten lopen bij ons vandaan woont en praktijk heeft, bekijkt de röntgenfoto’s van Pebbles. “ik zie geen breuk”, zegt hij, “kijk, het ziet er netjes uit. Dat is goed nieuws.” Maar ze heeft wel iets aan haar rug waardoor ze weinig kan met achterpoten en staart. Is ze aangereden, of van een rots gevallen? We weten het niet. Injecties, pillen voor de komende dagen, laten rusten, dinsdag nog even langs komen en kijken hoe het zich ontwikkelt. Het kan een paar weken duren, maar de kans is groot dat ze herstelt.

00.45
We installeren Pebbles in de keuken en gaan eindelijk zelf ook slapen. 17 mei was een enerverende dag, in meerdere opzichten.