woensdag 7 december 2011

Roze plasticje

Gisteren lag het dan eindelijk in de brievenbus: het roze plasticje. Een Noors roze plasticje om precies te zijn. Het oude Nederlandse roze vodje was weliswaar nog tot maart volgend jaar geldig, maar als je als buitenlander iets bij een overheidsinstantie moet regelen, kun je er maar beter op tijd bij zijn. Dat was trouwens niet alleen maar een gedachte die ik had, maar het werd bevestigd door de talrijke verhalen op het forum voor Nedernoren. Een enkele geluksvogel had maar een paar weken hoeven wachten, maar bij anderen had de inwisselprocedure ruim een half jaar geduurd.
Zo'n forum is echt goud waard als je informatie nodig hebt over dergelijke praktische zaken. Je vindt altijd wel iemand die je voor is gegaan. Dankzij het forum wist ik bijvoorbeeld ook dat ik niet zelf pasfoto's mee hoefde te nemen, maar dat je die ter plekke in een hokje moest maken (bij de prijs inbegrepen!)

Vol goede moed meldde ik me dus half oktober bij het lokale kantoor van Statens Vegvesen. Het eerste deel van de procedure ging in elk geval erg rap. Formulier en rijbewijs inleveren, kopie rijbewijs en tijdelijke "toestemming om te rijden" (alleen geldig in Scandinavië) teruggekregen. Terwijl ik een verwoede poging deed al die kopieën in mijn portemonnee te proppen, meldde de aardige mevrouw achter de balie dat het wel even kon duren voordat alles in orde was, want de papieren uit Nederland lieten vaak op zich wachten. "Jaja", dacht ik, "geef de Nederlanders maar weer de schuld." Vreemd hoe je je opeens heel erg Nederlander kunt voelen...

Na een paar weken geduldig wachten, besloot ik dat het moment was aangebroken om eens voorzichtig te gaan zeuren. Eerst maar eens bij de RDW proberen. Ik had er geen al te hooggespannen verwachtingen van, maar tot mijn verbazing kreeg ik snel antwoord: verzoek uit Noorwegen 20/10 ontvangen, antwoord 21/10 opgestuurd. Zo traag ging het dus niet in Nederland. Toch was het inmiddels 18/11 en Statens Vegvesen had nog niets van zich laten horen. Slome Noren!

Ik ging maar weer eens naar het kantoor in Larvik. Daar vonden ze ook wel dat het een beetje lang duurde als de papieren al op 21 oktober waren opgestuurd. Maar misschien had Nederland het naar het verkeerde adres gestuurd? Dat deden ze namelijk wel vaker. Ik moest ze maar een berichtje sturen met het juiste adres en vragen of ze het nog een keer wilden verzenden. Terwijl ik deze mededeling nog stond te verteren en me afvroeg wat ik daar eigenlijk van vond, kwam de baliemevrouw blijkbaar op andere gedachten, want ze begon op haar toetsenbord te rammelen. Na een seconde of tien slaakte ze een vreugdekreetje: formulier gevonden! Het bleek 3 november te zijn aangekomen op het regiokantoor in Arendal, waar het sindsdien had liggen wachten op verdere behandeling. Nu was het nog slechts een kwestie van formulier printen, fotohokje in, pinpas trekken en een nieuw papier met daarop "rijbewijs aangevraagd" in de portemonnee proppen.
Ik twijfelde even of ik zou vragen hoe lang het geduurd zou hebben als ik niet zelf in actie was gekomen, maar besloot om de goede stemming niet te bederven. Binnen drie weken zou mijn nieuwe roze kaartje immers in de brievenbus vallen.

En zo geschiedde...
Behalve in een auto, mag ik volgens mijn rijbewijs ook op een brommer, traktor en sneeuwscooter rijden. Vooral dat laatste komt goed van pas, aangezien de eerste sneeuw net is gevallen.

zondag 27 november 2011

Hoe overleef ik...

een avondje julebord?
traditionele kerstschotel


Oftewel twee manieren om het Noorse "kerstetentje met het werk" door te komen.

Variant 1
De vrijdag van het julebord ga je om een uur of 2 's middags weg van het werk. Thuis kleed je je snel om. Ben je man, dan hoef je alleen maar je pak uit de kast te halen, dat ene, ja, dat je altijd draagt op 17 mei en met kerst. Ben je vrouw, dan wurm je je in het minimalistische zwarte jurkje dat je speciaal voor deze gelegenheid hebt aangeschaft. Je stopt een paar dansschoenen in je tas voor later op de avond, maar niet die met de hoogste hakken, want daarop loop je zo beroerd na een wijntje of tien.
Vervolgens ga je naar het huis van een collega die je heeft uitgenodigd voor het "vorspiel". Na een paar uurtjes indrinken, begeef je je samen met de andere vorspielers richting julebord. Dit doe je lopend of gezellig in de maxi-taxi. Voordat jullie aan tafel gaan, heb je nog tijd om wat te b(r)abbelen met je collega's. Wat een leuke mensen allemaal! Reden genoeg om her en der een stevige "klem" (knuffel) uit te delen.

Ah, daar komt het eten al: heerlijk traditioneel Noors kersteten met lekker veel vlees en vette jus, en je mag zoveel opscheppen als je wilt. Yummie! Wijn en bier laten ook niet lang op zich wachten. Helaas is het niet meer zoals vroeger, toen er de hele avond onbeperkt werd bijgeschonken. Vier gratis drankjes op een avond is natuurlijk behelpen, maar gelukkig heb je er aan gedacht een flesje sterk spul in je binnenzak te steken. Kun je af en toe wat bijtanken. Vinden de uitbaters van het etablissement niet zo leuk, maar daar heb je maling aan. Vanavond is het feest, en bij feest hoort drank. Zo is dat!

Vele uren later strompel je je huis binnen. Je weet niet meer precies hoe je daar gekomen bent. Nou ja, zeker geholpen door een iets minder beschonken collega. Je zijgt neer op de bank, eventueel op een bed als dat ver genoeg af staat van dat van je vrouw/man/kinderen en strategisch genoeg is geplaatst om in rap tempo de wc te kunnen bereiken.
Als je maandagochtend op je werk komt, herinner je je niet meer alle details, maar één ding weet je zeker: het was weer een fantastische avond!

Variant 2
De vrijdag van het julebord ga je om een uur of 3 's middags weg van je werk. Je bent zo ongeveer de laatste die vertrekt op de receptioniste na, want die moet er nou eenmaal tot half 4 zitten.
Na een middagdutje en een kop koffie ben je er tamelijk zeker van dat je de avond aan kunt. Je kijkt eens in je kledingkast of er nog iets hangt dat door kan gaan voor een kerstoutfit en kiest een rok/jurk waarvan je meent te weten dat je die nog niet eerder aan hebt gehad bij een vergelijkbare gelegenheid. Eventueel kies je iets wat je al eerder hebt gedragen bij een julebord. Als het maar lang genoeg geleden is, is de kans tenslotte klein dat iemand zich jouw outfit van toen nog herinnert.
Je rijdt zelf naar de feesttent zodat je later op de avond kunt vertrekken wanneer jij daar zin in hebt zonder afhankelijk te zijn van een ander. Nadeeltje is dat je niet kunt drinken, maar gelukkig is het de laatste jaren heel normaal om ook alcoholvrije dranken te serveren tijdens het julebord. Vanavond is het assortiment zelfs zo uitgebreid dat je kunt kiezen tussen mineraalwater en cola. Wat wil een mens nog meer?

Voordat je je eindelijk op je mineraalwater kon storten, waren er nog wel wat hordes te nemen, maar daar heb je je met glans doorheen geslagen. Om te beginnen heb je wat klemmen moeten incasseren van vrolijke collega's. Geen probleem: zo'n Noorse klem is nog altijd een stuk beter dat die kleffe Nederlandse gewoonte van drie zoenen. Je hoeft ook niet bang te zijn dat een klem betekent dat de Noor je opeens als één van zijn vrienden beschouwt. Maandag is hij/zij immers alles allang vergeten.
Na het klemfestijn was het zaak een aanvaardbare tafel te vinden. Gelukkig weet je uit ervaring met wie je de avond redelijk door kunt komen, zodat ook die uitdaging in praktijk een fluitje van een cent was.

Het eten is even doorbijten. Zeg nou zelf: die enorme aluminiumbakken met schapenbouten, varkenskluiven, rode en grijze kool en reusachtige glazige aardappelen doen je niet bepaald het water in de mond lopen. Om te voorkomen dat je net als voorgaande jaren midden in de nacht kotsmisselijk wakker wordt, schep je bescheiden op. Langzaam werk je het machtige voer naar binnen, onderwijl luchtig keuvelend met je collega's over hoe geslaagd het julebord ook dit jaar weer is. Ergens diep van binnen vraag je je nog even af hoe het toch mogelijk is dat minstens de helft van die anders zo normale en eigenlijk best leuke collega's bij het julebord verandert in een stelletje complete dwazen. Na al die jaren weet je echter dat die vraag ook vanavond niet beantwoord gaat worden, dus je besteedt er verder geen aandacht aan.
Tijdens het dessert weet je beslag te leggen op een flink stuk kransekake. Heerlijk! Typisch Noors kan ook lekker zijn.
Voor het feestgedruis echt losbarst, knijp je er stilletjes tussenuit. Niemand die het merkt. Thuis nestel je je met een nespressootje op de bank. Je hebt het weer overleefd!

afbeelding van minkakeverden.webs.com

zondag 13 november 2011

Papiertjes

Zoals trouwe twittervolgers weten, heb ik vorige week de afsluitende opdracht van de module strategisch HRM ingeleverd. Als het goed is, ben ik daardoor aan het einde van de maand 15 studiepunten en een Noors papiertje rijker. Nou was dat niet de hoofdreden om aan de opleiding te beginnen. Ik had gewoon zin om wat bij te leren en in dat opzicht is het in elk geval een goede keuze geweest. Toch speelt ergens op de achtergrond dat papiertje wel mee. Noren zijn namelijk ontzettend dol op diploma's, certificaten en andersoortige papieren voorzien van watermerk en/of stempel.
Wie het gevoel heeft dat je in Nederland "tegenwoordig voor alles een papiertje moet hebben" zou ik afraden naar Noorwegen te verhuizen. De papiertjesgekte is hier nog vele malen erger.

Wie mèt een stapel diploma's Noorwegen binnenkomt, kan trouwens ook niet automatisch op zijn lauweren rusten. In sommige gevallen zullen die diploma's gewaardeerd moeten worden bij het nationale diplomawaarderingsinstituut. Nu is dat natuurlijk niet iets specifiek Noors. Ik herinner me nog goed de frustratie van hoogopgeleide immigranten in Nederland die te horen kregen dat -bijvoorbeeld- vier jaar geneeskunde in verweggistan nul waarde had in Nederland. Gewoon als eerstejaars beginnen, luidde het advies, en, o ja, wel eerst nog even toelatingsexamen doen.
Nu zou je als argument kunnen aanvoeren dat het niveau van het onderwijs in West-Europa vele malen hoger is dan het niveau in verweggistan en dat daarom die diploma's niets waard zijn. Zou kunnen natuurlijk, ik moet toegeven dat ik dat zelf ook heb gedacht. Maar sinds ik hier woon, vraag ik me af of het niet vooral het "niet kennen" is dat er voor zorgt dat al die buitenlandse papiertjes naar de prullenbak verwezen worden.

Rond de eeuwwisseling werd er op Europees niveau een afspraak gemaakt over de bama, de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs. Erg handig voor wie daarna is gaan studeren en vervolgens binnen Europa van land wisselt. Wie een diploma heeft dat van voor de bama stamt -en een beroep waarvoor dat diploma absoluut nodig is, of waar het diploma bepalend is voor het salaris-, moet echter voorbereid zijn op een lange procedure rond de uitleg van inhoud van vakken, waarde van studiepunten enzovoort.
Zo kunnen onderwijskeuzes bij verhuizing naar een ander land allerlei gevolgen hebben waar je misschien nooit bij stil hebt gestaan. In Nederland jarenlang lekker gewerkt met je MBO op zak? In Noorwegen bestaat geen MBO, en ze hebben hier geen flauw idee wat ze met zo'n diploma aanmoeten. Ander voorbeeld: Net je HAVO afgerond en zin om gezellig met je ouders naar Noorwegen te verhuizen en daar op een hogeschool te beginnen? Jammer, iets als HAVO kennen ze hier niet en dus mag je fijn terug naar het voortgezet onderwijs voor je alsnog naar het HBO kunt. Allemaal geen ramp natuurlijk, maar wel anders dan je misschien zou verwachten.

Alles draait dus om wat men meent (te weten) dat zo'n buitenlands diploma waard is, en misschien ook wel om de opvatting dat het onderwijs "hier" beter is dan "elders" (waarbij dat "hier" voor de Noren Noorwegen is, voor de Nederlanders Nederland en voor anderen weer een ander land). Of dat werkelijk zo is? Tja, daar kun je natuurlijk eindeloos over discussiëren.

Ik heb door mijn werk wel meer begrip gekregen voor het feit dat Noren ons onderwijssysteem niet zo snel snappen. Het duurde namelijk best een tijd voor ik het Noorse systeem doorgrond had en bijvoorbeeld de opleidingsachtergrond van sollicitanten kon plaatsen. Tja, dat zal andersom dan ook wel zo zijn.
Wat een gedoe eigenlijk, al die verschillende landen. Misschien moeten we maar allemaal wereldburger worden. Handig toch? Voeren we ook meteen de Weuro in...

zaterdag 15 oktober 2011

Groet

We hebben zojuist een record gevestigd, namelijk de langste blogloze periode sinds de start van deze blog! Hoog tijd dus om weer eens wat neer te tikken.

Het is hier natuurlijk ook gewoon weer herfst geworden, en we zijn al niet meer zo ver verwijderd van de winter: verwarming aan, handschoenen aan 's ochtends op de fiets en winterbanden in de aanslag.

De hele week is het al mooi zonnig herfstweer en ook vandaag konden we lekker van het zonnetje genieten. Ik althans, want John moest aantreden bij een stoffige "dugnad" van de atletiekclub. Daarover een andere keer meer.
Hij had echter nog wel tijd om Nelson een manicure te geven (of is het nou pedicure?).

Pebbles deed intussen de zelf-was op haar prinsessenpoefje

Het heerlijke herfstweer was een hele verademing na drie dagen regen in Nederland vorig weekend. Het begon al in het vliegtuig: een half uur voor landing werden we gemaand de riemen vast te doen vanwege verwachte turbulentie. Die viel in de praktijk gelukkig mee, maar toen ik even later in mijn gehuurde citroentje onderweg was van Schiphol naar Sint Pancras hagelde het een paar keer zo hard dat de ruitenwissers op turbostand moesten om nog wat te kunnen zien. Het hele weekend waren er veel buien en harde wind, maar dat mocht de pret niet drukken.

Vrijdag even winkelen met mijn moeder en zo ongeveer de eerste die we tegenkomen is "juf" Yvonne. Wie beweert nou nog dat toeval niet bestaat?
's Middags lekker bijgekletst met Sylvia. Dat was lang geleden (en, Syl: volgende keer in Noorwegen, hoor!).
Zaterdag installeerden we ons met het voltallige gezin van Graft (met z'n drieën dus) in de citroen om ons over de Afsluitdijk naar Drenthe te laten blazen (jaja, eerst naar Friesland natuurlijk). De dag doorgebracht met oom Wim en tante Emmy, hun logeerkat, een legertje katten-op-bezoek en natuurlijk de onverwoestbare papegaai Koko (of is het Coco, jeetje, laat ik dat nou niet weten)

Zondagochtend lekker hardgelopen bij het Geestmerambacht, bij de locals bekend als "het meer". Er was al heel wat volk op de been, hetgeen een extra inspanning met zich meebracht: groeten. Tja, dat ben ik in Noorwegen niet meer gewend. De meeste hardlopers (trouwens ook de langzaamlopers) blijven hier nors voor zich uit staren als je ze tegenkomt. Saai hoor. Maar ik als gemotiveerde immigrant doe er natuurlijk alles aan om in contact te komen met de autochtone Noor (die ze hier "etnisk norsk" noemen, een uitdrukking die me altijd een beetje koude rillingen bezorgt), en blijf onverstoorbaar groeten. Soms, heel soms, groet er opeens iemand terug. En daar word ik dan zo blij van, dat ik me voel alsof ik de hoofdprijs in de loterij heb gewonnen!

donderdag 4 augustus 2011

Huizenruil


We hadden het er al vaker over gehad, maar nog nooit gedaan: in de vakantie ons huis ruilen via de site huizenruil.com. Dit jaar besloten we het maar eens te proberen. John knutselde de advertentie voor ons eigen huis in elkaar en tegelijkertijd selecteerden we met behulp van de eindeloze zoekcriteria (kinderen ja/nee, huisdieren ja/nee, autoruil ja/nee, zwembad ja/nee etc.) zelf mogelijk ruilkandidaten. Je kunt dus zowel zelf mensen benaderen als benaderd worden.
Na een aantal "aanbiedingen" bekeken te hebben en wat heen en weer mailen met interessante kandidaten, werden we het uiteindelijk eens met een Spaanse familie uit Sevilla die hun vakantieappartement in Mijas aanboden.

Woensdag 20 juli was het dan zover. Omdat wij pas 's avonds vlogen, zouden we de Spanjaarden nog zien voor we vertrokken. Best spannend. Stel je voor dat je denkt "O nee, help, deze mensen wil ik niet in mijn huis".... Dat gebeurde gelukkig niet. Ook tussen de katten (die natuurlijk bij de ruil inbegrepen waren) en de oppassers leek het goed te klikken. We stapten met een gerust hart in het vliegtuig naar Malaga.

Het werden twee heerlijke weken met alleen maar zon en warmte. Bij het appartementencomplex zat een lekker zwembad zodat we goed op onze crawltechniek konden oefenen. We maakten wat uitstapjes in de buurt, o.a. naar Ronda en Marbella. Van Marbella had ik altijd het idee dat het zo'n plaats was waar je nog niet dood gevonden wilde worden, maar het oude stadscentrum bleek juist erg leuk te zijn.

Eten was natuurlijk ook een belangrijke bezigheid! Heerlijke tapas en en niet te vergeten de churros, een gefrituurde deegkrans die je in chocolade (of suiker) doopt.

Maandagavond 1 augustus zouden de Spanjaarden naar Mijas komen en omdat wij zelf pas woensdag terugvlogen, hadden we nog twee dagen een hotel in Malaga geboekt. Het was erg lekker om airco op de kamer te hebben, want in het appartement hadden we het 's nachts erg warm gehad. Een belangrijke les voor de volgende keer: als we ruilen met een warm land, checken of er airco is (we waren er eigenlijk vanuit gegaan dat dit er zou zijn). Ook zouden we een volgende keer liever ruilen met een woning die geen vakantiewoning is, vanwege o.a. de aanwezigheid van keukenspulletjes. Dat soort dingen is een vakantiewoning toch vaak wat beperkt. Niet dat het een ramp was, maar in verhouding tot wat we zelf thuis "achterlieten" was het wat mager.

Over het geheel genomen zijn we erg tevreden met onze eerste ruilervaring. Ons eigen huis zag er netjes uit en de katten waren in blakende vorm. De laatste twee dagen werden ze verzorgd door hun vaste oppas Anja, maar met de Spanjaarden was het ook prima gegaan zo te zien (en gebaseerd op wat we begrepen uit de sms-jes die we natuurlijk veelvuldig uitwisselden).

Nog een paar fotootjes:




zaterdag 18 juni 2011

Zwemles en kustpad

De laatste blogs gingen vooral over uitstapjes. Nu maar weer eens een stukje over het gewone leven hier in Larvik.
Een paar maanden geleden, toen handschoenen en sjaal nog tot de vaste uitrusting behoorden, hing er in de bibliotheek een aankondiging van een crawlcursus. Dat leek ons wel wat.
Woensdag na Pasen meldden we ons om 06.15 in het zwembad voor onze eerste crawlles. Afgelopen woensdag hadden we de achtste en laatste les. We leerden het crawlen helemaal vanaf de basis: drijven, beenslag, en allerlei oefeningen met fraaie namen als boomstam, superman en haai. Het ziet er zo eenvoudig uit als Pieter van den Hoogenband en aanverwanten door het water ziet gaan, maar ik vond het niet bepaald makkelijk en behoorlijk vermoeiend. Vooral oefeningen met alleen beenslag waren in het begin erg frustrerend. Ik bleef steeds maar boven datzelfde vloertegeltje hangen (en dat kwam niet omdat al die tegeltjes er hetzelfde uitzagen). Maar goed, al het geploeter heeft toch tot enige vooruitgang geleid (vooral bij John, moet ik er eerlijkheidshalve aan toe voegen...). Jammer genoeg kunnen we de komende tijd niet veel oefenen, want het zwembad gaat nu tot het eind van de zomervakantie dicht. De echte Noor zwemt in die periode namelijk in zee of meer.

Het pinksterweekend waren mijn ouders op bezoek. Het weer werkte goed mee zodat we lekker veel naar buiten konden. We liepen voor het eerst een stukje van het kustpad (kyststien). Dit is een deel van een lange kustroute door verschillende landen. Bij ons loopt het pad langs bijna de hele kust van het schiereiland waarop de plaatsjes Stavern, Helgeroa en Nevlunghavn liggen. We wandelden van Helgeroa naar Mølen en weer terug. Mølen is een uitloper van een morene uit de ijstijd en bestaat uit een massa stenen in alle soorten en maten. Mølen is ook bekend om zijn oude graven uit o.a. de vikingtijd. Absoluut de moeite van een bezoek waard.

Dit weekend is John in Nederland om in weer en wind rondjes te lopen op een atletiekbaan. Hier was het vandaag heerlijk zonnig en daarom besloot ik nog maar een stukje van het kustpad te gaan doen. De bedoeling was om vanaf Nevlunghavn naar Mølen te lopen (en terug). De route ging eerst door het dorpje en daarna over een stenig pad langs de zee. Het pad werd echter steeds natter (het heeft een paar keer flink geregend hier de laatste tijd) en op een gegeven moment leek het meer op een sloot dan op een pad. Ik zag het niet zo zitten om daar op mijn gympen doorheen te waden en keerde dus vroegtijdig om. Maar niet getreurd, het was toch een mooie wandeling. Klik hier voor foto's. (Waar zouden we zijn zonder de mobiele telefoon?).

zondag 5 juni 2011

Weekendje Århus


Een maandje geleden was de jaarlijkse Larviksloop. Eigenlijk probeer ik die zo snel mogelijk te vergeten, want ik herinner het me vooral als 7,5 km afzien met veel tegenwind. Toch leverde die loop één positief ding op en dat was dat John won in zijn leeftijdsklasse en een tegoedbon voor een retourtje Larvik-Hirtshals mee naar huis nam. Vorig jaar had hij overigens ook gewonnen, maar toen was het er niet van gekomen de bon te gebruiken. Nu besloten we meteen maar toe te slaan.

Zo zaten we donderdagochtend om 8 uur op de boot naar Denemarken en een paar uur later in het zonnetje aan de lunch in Århus. Århus is een gezellige, levendige stad met veel leuke kleine winkeltjes en cafeetjes. Tel daar de zon bij op en je hebt een heerlijk weekend.
Niet zo ver van het centrum ligt "de oude stad", dat is niet het oude centrum van Århus, maar een soort openluchtmuseum. Afgebroken oude panden zijn vanaf allerlei plekken naar Århus verplaatst en daar in oorspronkelijke staat opgebouwd. Erg leuk om doorheen te wandelen. Århus is echt een aanrader voor wie er even tussen uit wil en geen zin heeft in een al te grote stad.

Gisteren, op weg terug naar Hirtshals, maakten we een tussenstop in Aalborg. Op het eerste gezicht was daar niets van de charme van Århus te vinden, maar na een tijdje rondwandelen, kwamen we toch in allerlei knusse straatjes en hofjes terecht.
Om kwart over tien 's avonds vertrok de boot naar Larvik. Midden in de nacht (2 uur) in Larvik aankomen is natuurlijk wat minder, maar gelukkig was het maar 5 minuten rijden van de haven naar huis:-)

Toen we vanochtend opstonden, was het bewolkt. Dat was even wennen na drie dagen lekker zomers weer. In de loop van de dag klaarde het echter op en zo kreeg het lange weekend een zonnige afsluiting.
Foto's van het weekendje in Denemarken.

maandag 9 mei 2011

Hut

Maandagochtend, 06.31. De trein is bijna in Sandefjord. Nog twee uurtjes rijden naar Oslo. Ik heb net ingelogd op het internet van de NSB; op de route Larvik-Oslo ben je in de meeste treinen van alle gemakken voorzien. Tijdens mijn vorige reis vond ik overigens uit dat er tussen Drammen en Oslo door de vele tunnels niet meer echt goed te internetten valt. Meteen aan de slag dus maar.

Het wordt een weekje met weinig thuis zijn: vandaag en morgen studie in Oslo en woensdag en donderdag op Jomfruland met een van de afdelingen van het werk. John is achtergebleven met de katten en met honderden mieren die de keuken in bezit hebben genomen...

Afgelopen week was ik ook al een nachtje weg, samen met drie collega's: Anja, Anniken en Heidi. Al die uitjes zijn in het kader van teamontwikkeling, jaja, er wordt heel wat af ontwikkeld. En tussen door moeten we nog gewoon werken ook! Onze ontwikkeldag was op dinsdag en Anja had ons uitgenodigd om maandag na het werk naar haar hytte te gaan, de vakantiehut die eigenlijk niet van haar is, maar van haar hele familie zoals meestal het geval is. We reden dus naar Valle, ongeveer drie kwartier hier vandaan, richting Kragerø.
Hut is eigenlijk geen goede benaming voor de moderne vakantiehuizen die de meeste Noren tegenwoordig hebben, het zijn echt geen blokhutjes van vier bij drie. Wel is het altijd afwachten welke voorzieningen er zijn. Stroom hebben de meesten, maar water is geen vanzelfsprekendheid. Hier hadden we alleen koud stromend water in een buitenkraan, en een zogenaamde snurredass. Geen flauw idee hoe deze variant in het Nederlands heet, maar ik noem het maar de boomschorsplee.
Veel oude hutten hebben nog een utedo, een buitenplee, zo'n zetel met een gat er in, in een houten hokje een paar meter van de hut. De snurredass is een modernere variant voor huthoudens zonder stromend water, een soort zelfcomposterend systeem. Het ruikt dan ook volop naar "compost". Degenen die in het gelukkige bezit zijn van stromend water, installeren meestal een gewone wc. Soms na enig aarzelen, want waar blijft de charme van het hytteleven met al die moderne voorzieningen?

Ondanks de compostlucht hebben we het erg leuk gehad in Valle. Misschien verlang ik wel terug naar de hut als ik vanavond op mijn kamertje in een doorsnee-hotel in Oslo zit.

donderdag 21 april 2011

Skiën bij +10

Paasvakantie! Lekker een weekje vrij. De eerste helft van de week is er volop zon geweest en voor de komende dagen is de weersvoorspelling ook niet verkeerd. Je hoort ons dus niet klagen.

De late "Paas" en het mooie weer stelden de Noren echter wel voor een probleempje. Voor hen is Pasen synoniem met hut, sneeuw en kvikklunsj (een mislukte variant op de kitkat) en -als de kinderen naar bed zijn- vooral ook met veel drank. Nu zijn de meeste van die ingrediënten niet seizoensgebonden, maar net datgene wat voor het juiste paasgevoel moet zorgen, sneeuw, is dat natuurlijk wel. Waar ligt er nog sneeuw?

Die vraag stelden wij onszelf ook toen we opeens bedachten dat het toch wel leuk zou zijn om nog één keertje te gaan skiën. De dichtstbijzijnde piste was al een tijdje dicht. Kongsberg, iets verderop, was nog wel open, maar daarover hadden Michan en Paulien ruim een week geleden al gerapporteerd dat het niet veel soeps meer was. Tenslotte kwamen we uit bij Trysil. Wel een stukje rijden, maar we hadden de tijd. Snel een kattenverzorger geregeld, overnachting geboekt en dinsdagochtend vroeg zetten we koers richting Trysil.
Er waren nog genoeg pistes open daar, al was de sneeuw niet meer geweldig. Het was zwaar skiën en daarom namen we veel pauze. Lekker in het zonnetje...

We overnachtten in een hotel in een dorpje een kwartier buiten Trysil. Nou ja, dorpje... Vijf huizen en een kerk, veel meer was het niet. Wie heeft de moed om daar een hotel te runnen? Juist, Nederlanders. Het eerste waar ik aan denk als ik zo'n typisch Noors hotel binnenstap is "te groot, te oud, onderhoud, stookkosten, hoe kun je hier in vredesnaam iets rendabels van maken". Ik kan niet anders dan respect hebben voor mensen die zich in zo'n avontuur storten.

Intussen zijn we weer thuis. Lekker nog een paar dagen een beetje klussen en rommelen, misschien nog een uitstapje in de buurt. We zien het wel.
Hieronder nog wat foto's van Verdens ende, iets voorbij Tønsberg. Daar schreef ik vorig jaar al een keer over, maar toen hadden we geen foto's gemaakt. Twee weken geleden waren we er weer, dus toen konden we dat even goed maken.


zondag 27 maart 2011

Na de winter...

Het is lang geleden sinds de vorige blog verscheen, maar we zijn er nog gewoon hoor:-)
Wat hebben we dan zoal gedaan de afgelopen weken? Veel geglibberd om te beginnen. We hadden weer een hoop sneeuw deze winter, maar niet zo veel sneeuwdagen, dus het aantal keren dat we moesten ruimen viel erg mee. In de loop van februari kwam de temperatuur, met behulp van een lekker zonnetje, af en toe al boven nul. Daardoor smolt de sneeuw, maar 's nachts bevroor de boel natuurlijk weer. Op sommige dagen kon je zonder hulpmiddelen lopend nauwelijks vooruit komen.

Nu is de sneeuw in rap tempo aan het verdwijnen en terugkijkend kunnen we vaststellen dat we weer eens te weinig gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheden die de Noorse winter biedt. We hebben natuurlijk geskied en we hebben een paar keer geschaatst. De langlaufski's staan nog onaangeroerd in het berghok. Zo'n gedoe met schuren en waxen dat we bij mooi weer altijd maar weer voor de "gewone" ski's kiezen. Dat wat voor ons de gewone ski's zijn dan, want als je hier verteld dat je bent wezen skiën denkt iedereen het eerste aan langlaufen. Nee, wat wintersport betreft zijn we nog lang niet vernoorst.

Op het werk gaat alles zijn gangetje. Niet dat het saai is, want er zijn altijd wel veranderingen gaande. Als re-integratiebedrijf werken we in opdracht van NAV en dus is het elk jaar weer spannend wat het budget voor het jaar erna is. Dat was bepaald geen feest voor 2011, maar we zijn er vooralsnog gelukkig zonder gedwongen ontslagen vanaf gekomen. Een paar mensen die nog niet zo lang in dienst waren, zijn zelf vertrokken. Helaas waren dat mensen die we graag hadden gehouden, maar in Noorwegen staat het "last in first out" principe nog steeds als een huis, dus het is begrijpelijk dat sommigen hard op zoek gingen naar ander werk.

Vorige maand ben ik begonnen aan een module HR van 15 studiepunten. Hier zijn ze stapeldol op studiepunten, certificaten enzovoort. Daar moest ik in het begin erg aan wennen, maar nu weet ik al niet meer beter.... 15 studiepunten staat gelijk aan een kwart studiejaar als het omrekent naar voltijd. Het zijn 5 bijeenkomsten van twee dagen, in Oslo. En daar komen dan dus ook mensen van gekke kleine eilandjes voor de noordelijke westkust op af. Ben ik blij dat met twee uurtjes treinen op de plaats van bestemming ben! Na elke bijeenkomst moet er een opdracht ingeleverd worden. Het serieuzere schrijfwerk dus. In november wordt het geheel afgesloten met een thuisexamen. Dat is ook weer een schrijfopdracht, alleen heb je er dan minder tijd voor.

Nou, ik ga zo maar eens een beetje buiten werken. Een nadeel van de smeltende sneeuw is dat we opeens de tuin en het terras weer zien, en daar werd ik niet vrolijk van. Tjongejonge wat een puinhoop. Aan de slag dan maar!

zondag 6 februari 2011

Wafelpret

Tuurlijk, er valt heel wat af te dingen op de Noorse keuken, maar met één ding moeten we echt heel blij zijn: de wafel. De Noorse wafel dus, zo'n luchtige, knapperige, goudbruine met vijf, eventueel vier, harten. Daarop een lekkere laag aardbeienjam. Alternatieven zijn er ook, bijvoorbeeld suiker of brunost, maar jam is toch het lekkerst. En het allerlekkerst is het met slagroom bovenop de jam.

Wafels vind je in bijna alle bedrijfs- en sportkantines, op braderieën en daar waar wat wat verkocht moet worden voor het goede doel. Lekker zijn ze helaas lang niet altijd. Het aantal wittige, taaie, slappe en vooral koude wafels dat we de afgelopen jaren weggeslikt hebben is allang niet meer op twee handen te tellen. Beste Noorse kantine-mensen: Ik snap ook wel dat het handig is om een hele stapel wafels te bakken en die dan op een soort van warm-houd-bordje te leggen tegen de tijd dat het volk komt lunchen, maar een wafel hoort WARM te zijn. Zo!

Gisteren gingen we skiën in Svarstad, niet zo ver hier vandaan. Het was een paar graden onder nul, lekker zonnig en de sneeuw was nog goed. Een perfecte ski-dag dus. Om het geheel extra feestelijk te maken, besloten we een wafel te gaan happen in de cafetaria op de skipiste. Tot onze ontzetting bleken ze daar echter geen wafels te verkopen. Nou ja, zeg! Een ski-cafetaria zonder wafels, dat is net zoiets als een McDonald's zonder hamburgers...

Omdat we nu eenmaal in wafel-stemming waren, besloten we om dan maar thuis wafels te maken. Liever gezegd, dat John thuis wafels zou gaan maken. Hij heeft de afgelopen jaren heel wat af-geëxperimenteerd met wafelbeslag, meestal met succes. Deze keer aten we een volkoren-variant. "Komt niet op de eerste plaats", oordeelden we, "maar toch erg lekker." Met jam en slagroom natuurlijk...

zondag 16 januari 2011

Bloemetje


Toen we vrijdagmiddag boodschappen gingen doen, werden we bij de ingang van de winkel verwelkomd door een zee van vrolijke rode tulpen. Aanbieding, kr 15,- per bos! 15 kronen, dat is echt een koopje hier in Noorwegen, zelfs als de "bos" in kwestie maar uit 7 tulpen bestaat.

Het aantal keren dat we sinds we hier wonen bloemen op tafel hebben gehad, is op één hand te tellen en die bloemen waren of gekregen of geplukt. Ik krijg nog steeds een hartverzakking van de prijs van bloemen hier en vooral van wat je dan voor die prijs krijgt. Dan waren we in Nederland toch maar verwend..
De term boeket heeft een heel andere inhoud gekregen. Jubilarissen bij de gemeente Risør kregen een "boeket" bestaande uit vijf armzalige bloemen en een tak groen. En daar telde je dan al gauw 300 kronen voor neer.

Dus nu staan de zeven tulpen ons toe te lachen op tafel (ja, we hadden natuurlijk wel meteen een paar bosjes kunnen kopen, maar dat bedacht ik me achteraf pas).
Ik vrees dat we hierna weer een paar maanden moeten wachten op bloeiende bloemen: Als de sneeuw straks weg is, hoop ik dat de in de herfst geplante krokussen en narcissen omhoog schieten.

zaterdag 1 januari 2011

Terugblik

1 januari: Gelukkig nieuwjaar allemaal!

Terugkijken hoor je eigenlijk op 31 december te doen, maar dat kwam deze keer niet zo goed uit. Gisteren had ik het nog te druk met bijkomen van de terugreis van Hurghada naar Larvik. Dat ging niet zo soepel allemaal. Op het vliegveld van Hurghada was het extra chaotisch omdat het computersysteem van slag was door het onweer van de dag ervoor of, zoals de man van de informatiebalie vriendelijk uitlegde: "Bad weather, bad system, yes? You welcome".
Lange tijd was het onduidelijk wanneer het vliegtuig zou gaan, maar plotseling konden we boarden, en toen weer niet, en toen weer wel. Afijn, twee uur te laat vertrokken we dan eindelijk. Toen we een uur of twee onderweg waren kregen we het bericht dat we door de vertraging niet in één ruk naar Oslo konden vliegen want dan zou het personeel het maximum aantal toegestane werkuren overschrijden. Dat werd dus een tussenlanding in Kopenhagen. Daar zaten we natuurlijk net op te wachten...
Om half drie 's nachts waren we thuis. Nou, en daar moest ik dus van bijkomen gisteren.

Terugkijkend op ons eerste volle jaar in Larvik constateren we dat we tevreden zijn.
Risør was idyllischer en voldeed op het eerste gezicht veel meer dan Larvik aan wat we in ons hoofd hadden als we dachten aan wonen in Noorwegen. Maar in de dagelijkse werkelijkheid bleek een idyllische woonplek niet genoeg. We hebben blijkbaar toch behoefte aan een aantal "stadse" dingen op niet al te lange afstand en doen allebei het liefst werk dat meer geeft dan alleen geld op de bankrekening. Dat is natuurlijk voor ieder mens anders en ik kan begrijpen dat sommige emigranten het helemaal fantastisch vinden om in the middle of nowhere te wonen, maar voor ons zou het niet werken.

Mijn nieuwe baan was wennen. HRM is hier in veel branches nog lang niet zo gewoon en ontwikkeld als in Nederland en ik heb vaak moeten uitleggen wat ik nou eigenlijk deed. Het is niet altijd leuk om het gevoel te hebben dat je keer op keer je aanwezigheid moet verdedigen. Maar de laatste maanden beginnen de stukjes steeds beter op hun plek te vallen.

John heeft het naar zijn zin op de splinternieuwe school vijf minuten lopen hier vandaan. Waar in elk lokaal een beamer en een smartboard (of iets vergelijkbaars) hangen, alle docenten en alle leerlingen een laptop hebben en een groot deel van de communicatie in de digitale leeromgeving plaatsvindt. Zo achtergebleven als Noorwegen op sommige gebieden is, zo "bij" zijn ze als het gaat om ict in het onderwijs. Naast wiskunde geeft hij dit jaar voor het eerst ook natuurkunde. Dat was even slikken in het begin, je moet toch helemaal vertrouwd raken met de lesmethode enzo, maar ja, het is hier nu eenmaal gewoon dat een docent meerdere vakken geeft (of dat goed is, is een tweede, maar dat lijkt me meer iets voor een blog van John).

Over het vele moois hier in de omgeving heb ik al vaker geschreven, maar om dit vooral niet te vergeten voeg ik nog even een plaatje bij. Vandaag zijn we in de stralende zon 2011 ingewandeld.