maandag 23 juni 2008

Op de fiets (2)



Wat hebben een makelaar, een ziekenhuis en een aantal gemeentes in het zuiden van Noorwegen met elkaar gemeen? Ze gaan op Skagentur!
Ik was ongeveer drie uur in dienst bij de gemeente toen ik de vraag kreeg of ik zin had om mee te gaan op Skagentur, een fietstocht van Hirtshals naar Skagen v.v. (in Noord-Denemarken). Ja, dat had ik wel. Ik was er toen nog niet achter dat Noren nauwelijks fietsen en dat de Skagentur daarom onmogelijk fietsen als hoofddoel kon hebben.

In de maanden die volgden werd ik al een stuk wijzer, maar desondanks zou de Noorse tur-kultuur mijn stoutste verwachtingen overtreffen.
Het centrale thema tijdens zo'n tur is alcohol. De Noren drinken. En dan bedoel ik niet een biertje op het terras en een wijntje bij het eten. Nee, dan bedoel ik gammel dansk (een naar ziekenhuis stinkend goedje dat onderweg ook uitstekend dienst bleek te doen als ontsmettingsmiddel voor schaafwonden), bier en wijn in grote hoeveelheden en de hele dag door, te beginnen om 5 uur 's ochtends, het tijdstip waarop de bus vanuit Risør richting boot vertrok.
Nou ja, in Nederland zijn er natuurlijk ook mensen die veel drinken om 5 uur 's ochtends, maar dat is dan meestal het einde van het feest en niet het begin.

Eenmaal op de boot kwam ik tot de ontdekking dat wij uit Risør eigenlijk een hele rustige groep waren, vergeleken met de andere op Skagentur zijnde gezelschappen. Tja, alles is relatief. Ook hier.

Noren hebben een gespannen relatie met het verschijnsel alcohol. Wijn en sterke drank wordt alleen verkocht in staatwinkels. Niks aantrekkelijk ingerichte etalages daar, maar oostblokachtige hokken waar je tot voor kort als klant niet eens zelf een fles uit het schap mocht pakken. Komen kinderen op een leeftijd dat ze zich voor drank gaan interesseren, dan wordt er bij voorkeur thuis niets meer gedronken (in elk geval niet voordat het kroost veilig en wel in bed ligt), want ze moeten vooral niet de indruk krijgen dat alcohol een normaal onderdeel van het leven zou kunnen zijn. Nu kun je natuurlijk lang en breed discussiëren over wat goed is en wat niet en er bestaan ongetwijfeld meerdere waarheden, maar als je ziet hoe volwassen mensen hier met drank omgaan, dan kun je haast niet anders dan constateren dat er onderweg ergens iets mis is gegaan.

De Skagentur dan, was het leuk? Ja, het grootste gedeelte van de tijd was het leuk. Iedereen kwam op vrijdag veilig aan in Skagen na een mooie fietstocht door duin en bos. We woonden met negen vrouwen in een comfortabel huis (de rest zat in een hotel). Overdag gingen we voornamelijk in groepjes op stap, de "stad" in of naar het strand, 's avonds uit eten. Twee avonden met de hele groep uit eten vond ik nogal vermoeiend. Dat kwam ten eerste doordat het Skagense restaurantwezen (nog) niet helemaal klaar was voor het hanteren van grote groepen, en ten tweede omdat Noren om de haverklap menen een toost te moeten uitbrengen. Ben je net aan het genieten van je vis en in gesprek met je tafelbuur en hup, er roept weer iemand skål. Waarvoor er dan geskåld wordt, is natuurlijk volslagen onduidelijk.
Zondag slaagde iedereen er wonder boven wonder in de fietstocht van Skagen naar Hirtshals zonder noemenswaardige problemen te volbrengen. Op de boot was het stil, al kan dat ook wat te maken hebben gehad met het feit dat ik mijn oordoppen in had. In de bus naar Risør was het echt stil.

Om kwart voor drie 's nachts stalde ik mijn fiets in de garage. Het begon al licht te worden. Snel naar bed, want de wekker moest op kwart over zes.

Ik heb een halve week nodig gehad om bij te komen van de Skagentur. Als het goed is, duurt het twee jaar tot de volgende tur, veertien maanden tot het moment van aanmelding. Veertien maanden om te bedenken of ik dit nog een keer wil, veertien maanden om me te buigen over een mogelijk dilemma. De Noren zijn er namelijk achter gekomen dat Nederland net zo lekker vlak is als Denemarken en dat het daar dus vast ook heerlijk fietsen is. En ehh, of ik niet in de commissie voor de volgende tur wilde...

zondag 8 juni 2008

Naar het strand

Het is al weken mooi weer hier en aangezien we op de meeste werkdagen niet later dan vier uur thuis zijn, kunnen we daar volop van genieten. Dat genieten deden we tot nu toe vooral op ons eigen terras, maar toen we het weerbericht voor het weekend zagen, waren we het er over eens dat er nu eindelijk eens een keer gezwommen moest worden.

Wij naar het strand. Een van de populairste zwemplekjes van Risør ligt niet ver bij ons huis vandaan. Een kindvriendelijk zandstrandje met grasveld en douche. Als we aankomen, tellen we er toch wel zeker zo'n 20 andere bezoekers, maar desondanks is er genoeg ruimte over om ons riant te installeren.
We lopen het water in en net als ik overweeg helemaal door te gaan, zie ik 'm drijven: een kwal! Oh-o, vergeten dat een fjord toch gewoon een soort van open zee is. "Ach, een paar kwalletjes", zegt John, "kijk dat jongetje maakt er ook geen probleem van". Hij wijst op een kleuter die bedachtzaam een witroze kwal in model kneedt. Maar ik hoef niet meer. Het eind van het liedje is dat John zwemt en ik terugwaad naar het strand.

Het zit me toch niet lekker dat ik niet verder ben gekomen dan een paar minuten pootjebaden. Ik wil in de herkansing, maar dan wel op een plek zonder kwallen. Dat moet dus een binnenwatertje worden. Op de kaart van Risør staat netjes aangegeven waar je kunt zwemmen. We zoeken een meertje uit en stappen in de auto, de kaart bij de hand. Dat laatste is geen overbodige luxe, want, zoals we al vermoedden, staat er nergens een bordje richting zwemwater.
We parkeren de auto in de berm van de grindweg, en vinden zowaar meteen een wandelpad. Na even spoorzoeken zien we ook het meertje. Nu nog een plek vinden waar we er in kunnen. Aan de overkant bij die rotsen misschien? We lopen het meertje driekwart rond (ja, inderdaad, andersom was handiger geweest...) en komen dan bij de rotspartij. Er is niemand, maar dit is duidelijk de zwemplek. Er is zelfs een natuurlijke, in de rotsen uitgesleten duik"plank".
John ligt al in het water en ik sta nog een beetje te schuifelen op de rots. Waar is de tijd dat ik zo het water in sprong? OK, daar ga ik, ik zwem!
Het water is lekker van temperatuur en helder. We hebben het meertje voor onszelf. Opdrogen op de privérots en weer naar huis. Van zwempartijen in Nederland herinner ik me dat ik bij thuiskomst liefst meteen onder de douche dook om waterplanten en een onbestemd gevoel van plakkerigheid van me af te spoelen, maar hier voel ik me alleen maar lekker opgefrist.
Jammer dat het zomerse weer bijna voorbij is.