zondag 27 april 2008

Op de fiets

"Noren luiste Europeanen!" kopte een krant een week of twee geleden. "Ha, dat slaat zeker op onze arbeidsmoraal", grinnikte mijn collega, doelend op de korte werkdagen hier. Maar nee, dat was het niet. Het ging over een onderzoek dat had uitgewezen dat de Noor bedroevend weinig beweegt. "Waaat", zei diezelfde collega verontwaardigd, "dat kan toch niet? Wij zijn immers dol op wandelen in de vrije natuur. Lekker er op uit in het weekend, liefst met het hele gezin." Ja, en natuurlijk met een tas gevuld met grilworst en bier, dacht ik er achteraan, maar dat leek me niet zo'n wijze opmerking.

We lazen verder. Het weinige bewegen bleek niet op de weekenduitjes te slaan, maar op het woon-werk verkeer. Kort samengevat kwam het er op neer dat de Noor eens wat vaker op de fiets naar het werk zou moeten. Op de fiets! Nu ben ik als Nederlander misschien wel erg verwend met een riante hoeveelheid fietspaden, fietsstoplichten en fietsenstallingen, maar volgens mij kan ik veilig zeggen dat Noorwegen niet bepaald een fietsersvriendelijk land is. Niet bij ons in de omgeving in ieder geval. Om te beginnen fiets je bijna altijd op de autoweg. Een beetje eng, vind ik, en aanleiding om het beroemde gele hesje uit de kast te halen, zodat ik in elk geval goed zichtbaar ben. Daarnaast gaat het voortdurend op en af. Dat zou je natuurlijk als een uitdaging kunnen zien, of als een lekkere training. Maar voor een woon-werkritje vind ik het niks. Voor mij betekent het op de heenweg dat ik ga zitten en me naar beneden laat rollen tot voor de deur van het gemeentehuis en op de terugweg dat ik tegen de heuvel op moet zwoegen en tegen de tijd dat ik thuis ben meteen onder de douche kan. Andersom zou nog minder aantrekkelijk zijn, moet ik toegeven. Al hebben we op het gemeentehuis wel een douche.

Een paar dagen geleden ging ik dan toch een keer op de fiets. Ik moest namelijk midden op de dag naar de tandarts en op de fiets heen en weer naar het dorp gaat nu eenmaal sneller dan lopend. Eenzaam stond mijn fiets in het rek(je) bij het gemeentehuis, even eenzaam stond-ie op de stoep bij de tandarts voor de deur. Tijdens de lunch werd ik er wel een keer of zes over aangesproken: "je bent op de fiets he?", "ik zag je fietsen vanochtend!" De echte liefhebber informeert ook nog of het waar is dat Nederlanders zo veel fietsen en dat het in Nederland bijna overal vlak is. Ik ben de bezienswaardigheid van de dag.

Noren zo ver krijgen dat ze op de fiets naar het werk gaan. Het lijkt me een onmogelijke opgave.

zaterdag 12 april 2008

Ringveien 29 - deel 3: Het Strandhuis

Alweer een tijdje geleden verschenen de eerste twee delen van ons verhaal over Ringveien 29. Om het geheugen een beetje op te frissen: zelf een huis bouwen vonden we al met al toch wel erg duur worden, en van de vele bezichtigingen die we tot nu toe hadden gedaan werden we meestal niet erg vrolijk. Een uitzondering was het mooie, typisch Noorse huis bovenop een heuvel in een dorpje op een kwartier rijden van Risør. We waren die week nog in onderhandeling met de eigenaars nadat een eerder bod van ons was afgewezen. En toen kwam dus het open huis van Ringveien 29 in zicht. De buurman die op nummer 31 woont, was stomtoevallig een collega van mij op school. Hij had me verzekerd dat het huis de moeite waard was, en ook enkele andere collega's wisten direct over welk huis het ging en knikten bevestigend bij zijn aanbeveling. Op internet hadden we al wat foto's gezien, maar echt overtuigd waren we nog niet. Emmy vond een bezichtiging eigenlijk verspilde moeite gezien de torenhoge vraagprijs, en ook ik twijfelde. Maar het tijdstip van het open huis kwam me eigenlijk prima uit, net na werktijd, dus ach, niet geschoten is altijd mis, toch? Ik besloot dus om een kijkje te gaan nemen en daarna verslag aan Emmy uit te brengen.

Het huis bleek vrij dicht bij school te liggen, op een steenworp afstand van Risør centrum, boven op een heuvel. In de advertentie op internet werd geschermd met de zinsnede 'misschien wel het mooiste uitzicht in Risør', dus ik was benieuwd. Enkele weken eerder had ik een ander huis met zeeuitzicht bezichtigd dat vlakbij Ringveien 29 lag. Dat huis was op zich leuk en in goede staat, maar had niet al te veel ruimte (het was een bungalow met drie, vrij kleine slaapkamers). Desondanks was het binnen een week verkocht, terwijl de vraagprijs bepaald niet laag was geweest. Ook andere mensen hadden ons verzekerd dat voor zeeuitzicht fors in de buidel moest worden getast, zeker voor een huis dat ook nog eens dicht bij de oude dorpskern ligt.

Op het moment dat ik aankwam werden er al enkele belangstellenden rondgeleid door de makelaar. Ik trof Albert, de mannelijke helft van het Nederlandse(!) echtpaar Albert en Betty, de huidige eigenaars. Een sympathieke, nog niet zolang gepensioneerde zestiger, die me enthousiast het huis liet zien. Inderdaad, het uitzicht was adembenemend. Over steil naar beneden lopende rotsen, dicht beplant met berken en dennebomen, keek ik recht over zee uit op het in Risør bekende eilandje Stangholmen, waaraan het aldaar gelegen restaurant zijn naam ontleent. Vanuit de woonkamer stapte ik de zonovergoten veranda op. Daar trok ik een aangename conclusie: geen buren te zien. Het huis verschuilt zich in de luwte tussen twee rotsen, op een zodanige manier dat de twee buurhuizen geen zich hebben op de veranda of achtertuin. De architect had destijds slim tekenwerk verricht, zoveel was wel duidelijk. Een ander positief punt was dat de 'Noorse keuken- en badinrichting' hier ver te zoeken was. De keuken was splinternieuw, fris wit, en voorzien van luxe inbouwapparatuur. Heel wat anders dan de vele keukenrampen die we tot nu toe hadden gezien. De badkamer was klein, maar praktisch. En de wc, goed, die was minder, maar het vernieuwen van toiletblok en wastafel zou hier zeker wonderen doen. Ook de twee slaapkamers waren prima, dit was echt niet verkeerd, ik werd steeds enthousiaster! Maar toch: de huiskamer was weliswaar ruim, maar twee slaapkamers hield niet over natuurlijk. Albert had echter nog diverse verrassingen voor me in petto. Nadat hij eerst twee enorme bergzolders had laten zien, kondigde hij aan dat we nu nog even de onderverdieping zouden gaan bekijken. Eenmaal beneden aangekomen, bleek dat daar nog eens drie slaapkamers waren, een proviandkamer en nog een paar inbouwkasten. Niks klein huis, dit was ongelofelijk! Ik zag het direct voor me: als we de grootste twee slaapkamers zouden doorbreken en van de proviandkamer een badkamer zouden maken, konden we een schitterend gastenverblijf in de onderverdieping maken. De torenhoge vraagprijs vond ik nauwelijks een probleem meer. In Nederland woonden we toch al jarenlang duurder dan dit? Eenmaal thuis gekomen, wilde Emmy uiteraard weten hoe het geweest was. 'Vergeet de prijs,' zei ik. 'Fantastisch huis. Hier moeten we gewoon op bieden.'

Hierna ging het snel. 's Avonds belden we Albert en Betty om een tweede bezichtiging af te spreken voor de volgende dag, nu met Emmy natuurlijk, die ook direct enthousiast was. Nog een dag later brachten we ons bod uit. We wisten dat we snel moesten handelen vanwege de aantrekkelijke ligging van het huis. In Noorwegen is een bod altijd aan een deadline gekoppeld: het is meestal slechts één of twee dagen geldig, dan moeten de verkopers beslissen. Doordat we ons bod op een vrijdag uitbrachten moesten we nog een spannend weekeinde wachten, en ondertussen hopen dat niemand anders zich met een serieus tegenbod in de strijd om het huis zou mengen. In Noorwegen wordt rustig met meerdere kopers tegelijk onderhandeld in een poging om de maximale opbrengst uit een pand te halen, en we wisten dat we maar heel weinig speelruimte hadden als er een andere bieder bij kwam. Wat wellicht in ons voordeel kon werken was dat Albert en Betty al een ander huis hadden gekocht en dus liefst zo snel mogelijk wilden verkopen. En ons bod was zeker niet verkeerd. Toch hadden we er een beetje een hard hoofd in: er zou vast nog een bieder bijkomen, met alle vervelende prijsgevolgen van dien. Maandagochtend kwam tot onze verbijstering echter het verlossende telefoontje: geen nieuwe bieders, en ons bod was geaccepteerd. Ringveien 29 was van ons!

vrijdag 4 april 2008

Zomertijd

De zomertijd is ingegaan! Niet alleen de bekende klok-een-uur-vooruit zomertijd, maar ook de gemeentelijke zomertijd. Sinds 1 april eindigt mijn werkdag niet meer om 4 uur, maar om 3 uur 's middags. Voor wie zich afvraagt of ze in Noorwegen ook aan 1 april grappen doen: zeker, volop, elke krant heeft op die datum wel een zogenaamd nieuwtje gepubliseerd dat achteraf een grap bleek. Maar die werktijden, dat is dus geen grap.
Ik moet toegeven, het was wel even wennen om zo vroeg naar huis te gaan. Vooral de eerste dag toen er nog grote hopen sneeuw langs de kant van de weg lagen, ik blij was dat ik mijn handschoenen aan had en eigenlijk ook wenste dat ik mijn muts mee had genomen. Maar nu heeft de natuur het dan eindelijk ook begrepen. De zon schijnt volop, we hebben alweer op ons terras gezeten en de verwarming kan uit. Nu nog even de spijkerbanden verwisselen voor zomerbanden voordat we tegen een bekeuring aan rijden.
Wij zijn klaar voor de zomer en Risør is dat ook: de bootjes worden van stal gehaald en er is weer schepijs te koop.
De zomer duurt hier tot 1 oktober...