zondag 20 juli 2008

Prinsheerlijk

Een maand of twee geleden stond Risør plotseling op de voorpagina van alle Noorse kranten. Niet zomaar, want er was groot nieuws: de kroonprins en zijn vrouw hadden een zomerhuisje in Risør gekocht!

Ook in Noorwegen is het koningshuis dankbaar onderwerp van gesprek in de roddel- en overige pers. En net als zijn Nederlandse evenknie maakt kroonprins Haakon soms keuzes die niet bij iedereen in de smaak vallen. Zo moest het land wel even slikken toen hij met zijn Mette-Marit op de proppen kwam. Een vrouw die al een zoon had uit een eerdere relatie, ai... En dat was dan nog maar een van de vele bedenkelijke kanten van deze Mette-Marit.
Maar de tijd doet wonderen. Intussen zijn we vele jaren en (niet onbelangrijk) twee zuivere prinsenkindjes verder, en heeft de gemiddelde Noor wel sympathie voor het kroonprinspaar.

Terug naar het zomerhuisje. Na lang zoeken, hadden Haakon en Mette-Marit hun huisje gevonden. Ze betaalden er 9 miljoen voor. Dat zijn natuurlijk een hoop kroontjes, maar daarvoor heb je dan wel je eigen eiland. Het huisje heeft het comfort van de jaren 60 en geen elektriciteit of stromend water. De familie heeft aangegeven voorlopig niets te willen veranderen aan het huis en dat bericht viel zeer goed in de smaak bij de bevolking hier, de burgemeester voorop. Als ze straks wel wat willen veranderen, wordt het pas echt interessant. Gelden voor hen dezelfde regels bij het aanvragen van een bouwvergunning als voor andere zomerhuiseigenaren? Kan veiligheid een argument zijn op grond waarvan zij anders behandeld worden? Je hoort nu al uiteenlopende meningen. Dat wordt nog lachen.
Voorlopig is alles echter koek en ei. De familie viert op dit moment vakantie op hun eiland en zijn al een paar keer in het dorp gesignaleerd (niet door mij). De spannendste berichten tot nu toe zijn dat het dochtertje op blote voeten rondrende en dat de kroonprins gedoucht heeft bij de Esso (achter het tankstation liggen sanitaire voorzieningen voor bootgasten).

Voor wie het optrekje wil zien, is Aftenposten zo aardig geweest een korte animatie in elkaar te draaien.

donderdag 10 juli 2008

De Snelweg (2)

Noren zijn altijd erg geïnteresseerd in je verhaal als je vertelt dat je uit Nederland komt. De vragen die ze dan stellen, zijn over het algemeen echter niet bijster origineel. Op de tweede plaats: hoe we toch zo snel Noors hebben leren spreken. Altijd een leuk onderwerp van gesprek, maar als je al duizend keer hetzelfde verhaal hebt gehouden begint het een beetje te vervelen. Dé immigrantenvraag bij uitstek is echter een heel andere, en één die ik me in Nederland nooit voor had kunnen stellen: "Hebben jullie al een boot?"

Tja, je gelooft het niet, maar er is geen gesprek met Risør-autochtonen waarin deze vraag niet wordt gesteld. De oorzaak is simpel: in Risør heeft iedereen een boot, en is een leven zonder boot nauwelijks voor te stellen (voor de Noren dan - ons lukt het nog uitstekend). Als je in de winter door het dorp loopt, zie je ze ook in talloze achtertuinen liggen. De riantste jachten blijken op de onwaarschijnlijkste achterafplekjes terecht te kunnen komen, met behulp van een flinke kraan en wat kabels. De meeste boten zijn echter van het simpele type: eenvoudig sloepje met 10 pk buitenboordmotortje erachter. De gemiddelde Noor is namelijk niet zo geïnteresseerd in het varen op zich, nee, het doel is om je weg te kunnen vinden naar de talloze eilandjes aan de scherenkust. Aldaar is het in de zomer elke dag feest, bestaande uit enkele simpele hoofingrediënten: luieren, wandelen, zwemmen, maar vooral: barbecuen. Hierbij is vooral het verschijnsel 'uit-de-kluiten-gewassen-knakworst' grenzeloos populair. In alle varianten worden ze gegeten. Met veel ketchup, mosterd en mayonaise natuurlijk, en bij voorkeur op langgerekte, kleffe witte kadetjes. Eet smakelijk.

In de zomer is Risør dus een echt watersportplaatsje. Dat geeft wel een apart sfeertje, moet ik toegeven. Al die boten, al die zeilen, overal uitgelaten kinderen, het in de regio beroemde 'houten boten festival': het zorgt ervoor dat de zomer net iets meer zomer wordt. Vanaf onze veranda hebben we uitzicht op een van de bekendste eilandjes in de buurt: Stangholmen. In de zomer is dit een populaire aanlegplaats voor de schippers, met name dankzij de aanwezigheid van het gelijknamige café en restaurant, waar je tot laat op de avond in het zonnetje kunt genieten van je maaltijd of je biertje. Al deze waterpret heeft echter één nadeel. Voor enkele maanden in het jaar verandert onze 'achtertuin' (de zee dus) in iets dat we in Nederland hebben geprobeerd te ontvluchten: de snelweg. Met boten in plaats van auto's, maar toch. Gelukkig is het een leuk schouwspel. En over een paar maanden liggen al die boten weer op hun vertrouwde winterstekjes in de tuin, wachtend op een volgende mooie bootzomer.