donderdag 10 juli 2008

De Snelweg (2)

Noren zijn altijd erg geïnteresseerd in je verhaal als je vertelt dat je uit Nederland komt. De vragen die ze dan stellen, zijn over het algemeen echter niet bijster origineel. Op de tweede plaats: hoe we toch zo snel Noors hebben leren spreken. Altijd een leuk onderwerp van gesprek, maar als je al duizend keer hetzelfde verhaal hebt gehouden begint het een beetje te vervelen. Dé immigrantenvraag bij uitstek is echter een heel andere, en één die ik me in Nederland nooit voor had kunnen stellen: "Hebben jullie al een boot?"

Tja, je gelooft het niet, maar er is geen gesprek met Risør-autochtonen waarin deze vraag niet wordt gesteld. De oorzaak is simpel: in Risør heeft iedereen een boot, en is een leven zonder boot nauwelijks voor te stellen (voor de Noren dan - ons lukt het nog uitstekend). Als je in de winter door het dorp loopt, zie je ze ook in talloze achtertuinen liggen. De riantste jachten blijken op de onwaarschijnlijkste achterafplekjes terecht te kunnen komen, met behulp van een flinke kraan en wat kabels. De meeste boten zijn echter van het simpele type: eenvoudig sloepje met 10 pk buitenboordmotortje erachter. De gemiddelde Noor is namelijk niet zo geïnteresseerd in het varen op zich, nee, het doel is om je weg te kunnen vinden naar de talloze eilandjes aan de scherenkust. Aldaar is het in de zomer elke dag feest, bestaande uit enkele simpele hoofingrediënten: luieren, wandelen, zwemmen, maar vooral: barbecuen. Hierbij is vooral het verschijnsel 'uit-de-kluiten-gewassen-knakworst' grenzeloos populair. In alle varianten worden ze gegeten. Met veel ketchup, mosterd en mayonaise natuurlijk, en bij voorkeur op langgerekte, kleffe witte kadetjes. Eet smakelijk.

In de zomer is Risør dus een echt watersportplaatsje. Dat geeft wel een apart sfeertje, moet ik toegeven. Al die boten, al die zeilen, overal uitgelaten kinderen, het in de regio beroemde 'houten boten festival': het zorgt ervoor dat de zomer net iets meer zomer wordt. Vanaf onze veranda hebben we uitzicht op een van de bekendste eilandjes in de buurt: Stangholmen. In de zomer is dit een populaire aanlegplaats voor de schippers, met name dankzij de aanwezigheid van het gelijknamige café en restaurant, waar je tot laat op de avond in het zonnetje kunt genieten van je maaltijd of je biertje. Al deze waterpret heeft echter één nadeel. Voor enkele maanden in het jaar verandert onze 'achtertuin' (de zee dus) in iets dat we in Nederland hebben geprobeerd te ontvluchten: de snelweg. Met boten in plaats van auto's, maar toch. Gelukkig is het een leuk schouwspel. En over een paar maanden liggen al die boten weer op hun vertrouwde winterstekjes in de tuin, wachtend op een volgende mooie bootzomer.

Geen opmerkingen: