vrijdag 21 september 2007

Bambi

Het is herfst. De zon schijnt nog steeds regelmatig en het zonlicht op de roodbruin kleurende bomen leidt tot prachtige beelden. In de auto naar mijn werk en terug vergaap ik me om de haverklap aan wéér een mooi uitzicht. Jammergenoeg zijn de wegen zodanig smal dat je niet al te uitgebreid naar de omgeving kunt kijken. Sinds een paar dagen ben ik me bovendien bewust van een ander gevaar: de hertachtigen in alle soorten en maten.
Het was woensdag en de stoel van mijn collega die altijd vroeg begint, bleef leeg. "Komt Margreta vandaag niet?", vroeg ik aan de receptioniste. "Eh jawel, die komt wat later, ze heeft een hert aangereden", was het antwoord. Inderdaad kwam Margreta en paar uur later binnenstappen. Nog steeds ontdaan van de aanrijding. Het hert had het niet overleefd en de auto had behoorlijke schade opgelopen.
Dit verhaal maakte onmiddellijk allerlei andere hertenverhalen los, zowel op mijn werk als bij John op school. Nu schijnt de tijd van het jaar te zijn om een bambi te ontmoeten en de kans dat die ontmoeting op de rijweg plaatsvindt, is behoorlijk groot. De keerzijde van het mooie najaar... En een hert is één ding, een eland is iets anders. 300 kilo beest op de motorkap is iets waar ik liever niet aan denk. Oppassen dus!

zondag 16 september 2007

Een immigrant op banenjacht

Met Johns baan bij de Risør Videregående Skole hadden we een mooie start in Noorwegen: een salaris om van te leven en alles wat je nodig hebt om de verblijfspapieren in orde te maken. Maar de vraag die door mijn hoofd speelde was wat ìk zou kunnen doen in Noorwegen. Mijn (inmiddels ex-)collega’s voorspelden het al: “Jij kunt vast niet lang achter de geraniums zitten.” Inderdaad sprak het idee van thuis zitten, elke ochtend “God morgen Norge” kijken, een tochtje naar de supermarkt maken, de katten knuffelen en dan maar weer een stukje lezen, me niet aan, althans niet voor langere tijd.
In Nederland was ik als re-integratiecoach al aardig vertrouwd geraakt met de hobbels die je als immigrant tegen kunt komen bij het zoeken naar een baan. Met een buitenlandse naam, onbekende opleidingen, onbekende werkgevers en een mogelijke taalbarrière kom je meestal niet bovenaan te liggen in de stapel sollicitanten. Omdat ik niet zo snel zag hoe ik “Emmy van Graft” op een legale manier kon omtoveren in Noorsere naamvariant, besloot ik maar te beginnen met datgene dat ik wèl kon beïnvloeden: de taal. Dus leerde ik zo goed mogelijk Noors, voor zover dat kan zolang je nog niet in het land woont, oefende een sollicitatie met juf Yvonne en liet de belangrijkste diploma’s vertalen. Een maand of twee voor vertrek begon ik de Noorse vacaturesites af te speuren en een lijstje te maken van mogelijk interessante contacten. Ik kwam er al snel achter dat solliciteren vanuit Nederland weinig zin had. Ze geloven eigenlijk niet dat je echt komt, ze weten niet wat ze met zo’n figuur uit het buitenland aanmoeten. Toch kwam er een serieuze reactie van een bureau uit Oslo dat wilde uitbreiden richting het zuiden. Dus toog ik drie dagen na aankomst in Noorwegen naar Oslo: 3 uur enkele reis. Na een leuk en zeer veelbelovend lijkend eerste gesprek, werd ik een week later uitgenodigd om met de eigenaar van het bureau te komen praten. Hij had wel wat bedenkingen, ik was namelijk niet Noors (verrassing!). Ik kreeg ook mijn bedenkingen toen hij een samenwerkingsconstructie voorlegde waarbij ik het eerste halfjaar onbetaald zou moeten werken. Iets zei me dat dit een onevenredig grote investering van mijn kant zou zijn. Jammer dus van twee lange reizen naar Oslo, maar dit werd het niet.
Hoe nu verder? Ik besloot er vol in te gaan. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want alles gaat hier tergend langzaam. Bij de gemiddelde sollicitatie mag je blij zijn als je binnen 3 maanden een reactie krijgt, als je al iets hoort. Wel redelijk succesvol was het idee om alle (het zijn er niet zo veel) uitzend- en werving- en selectiebureaus in de regio te benaderen voor een oriënterend gesprek. Leuke gesprekken en ook nuttig. Zo kreeg ik de tip om altijd persoonlijk bij bedrijven langs te gaan, want “anders geloven ze nooit dat je zo goed Noors spreekt”. Ook vroeg iemand me of ik geen Noorse referenties had (ik had netjes twee Nederlandse vermeld op mijn cv, wetend dat Noren gek zijn op referenties). Waarschijnlijk was mijn blik bij deze vraag veelzeggend....Nou ja, iedereen had wel “ideetjes”, maar iets concreets kwam er niet uit. Intussen twijfelde ik wat ik moest doen: doorzoeken naar een baan in mijn eigen richting of voor een ander baantje gaan, waarschijnlijk makkelijker te krijgen, maar met het risico dat de overstap naar een “leukere” baan alleen maar moeilijker zou worden. Gelukkig werd ik uit mijn twijfel verlost door Adecco. De personeelsmanager van een snelgroeiend bedrijf in olieplatformen had hulp nodig om de boel te structureren. Sinds een paar dagen werk ik bij Sevan Marine in Arendal. Voorlopig is het voor een paar maanden, hoe het daarna gaat, weet ik nog niet. Omdat mijn “bazin” meteen een twee dagen op reis moest, gaf ze me een stapel dingen om door te nemen. Ik vond onder andere een bundeltje sollicitaties van....juni. 't Zou me niets verbazen als die mensen nooit iets gehoord hebben!