zondag 1 februari 2009

Flinke meid!

Gemeentehuis in Risør, ruim een week geleden. Else, onze op-één-na-hoogste baas, komt mijn kamer binnen. “Komende donderdag moeten de resultaten van het medewerkerstevredenheidsonderzoek gepresenteerd worden aan de gemeenteraad. Dat kan jij wel doen, toch?”

Ja hoor, natuurlijk kan ik dat...

Het werken in de publieke sector stelt me nog regelmatig voor verrassingen, en waar ik vooral maar moeilijk aan kan wennen is de bemoeienis van de politiek. Met de lokale politici als werkgever, beland je als organisatie vaak in situaties waar gezonde bedrijfsmatige redeneringen opeens niet meer opgaan, maar waarin je bent overgelaten aan de nukken en grillen van tweederangs politici met een ongebreidelde territoriumdrift.
Dat we in een kleine (al is het voor Noorse begrippen eerder middelgroot) gemeenschap wonen, maakt het er niet makkelijker op. Bij alles wat je doet, moet je er rekening mee houden dat je mensen altijd weer opnieuw tegen gaat komen. Wij zijn ons er dan ook erg van bewust dat de “knusheidsmedaille” van het leven in Risør twee kanten heeft.

Terug naar het tevredenheidsonderzoek. Ik heb de eer in de werkgroep “onderzoeken” te zitten. Als gemeente willen we niet alleen weten of onze medewerkers het naar hun zin hebben, maar ook wat de burger vindt van de zorg, de parkeersituatie, de belastingen etc etc. Ja, er wordt door de jaren heen heel wat onderzocht. Alles met behulp van internet, dus gelukkig geen stapels papier op het bureau.

Nadat het medewerkerstevredenheidsonderzoek was afgerond, moesten natuurlijk de afdelingen op de hoogte worden gebracht van de uitkomst, en kon ik her en der opdraven om de grafiekjes nader uit te leggen. Dat had echter niet zo veel meer om het lijf dan een koffiebezoek aan de bibliotheek en op een andere afdeling een overleg gecombineerd met kerstlunch: eerst grafiekjes en daarna traditionele rijstepap met kaneel en kerstliedjes zingen. Niet al te angstaanjagend allemaal.

Maar een presentatie voor de gemeenteraad, dat valt in een iets andere categorie. Ik voelde dat ik onmiddellijk in de “prestatiestand” schoot, en ging aan de slag met de voorbereidingen.

Donderdagavond, half zeven: ik sluip op mijn tenen de trap van het raadhuis op. Het raadhuis is gevestigd in een oud centrumpand, en wordt voornamelijk gebruikt voor vergaderingen en bruiloften. In het hele gebouw ligt parket, waardoor je al snel de vergadering verstoort als je normaal de trap op loopt. Ik ben ruim op tijd om goed in de stemming te kunnen komen, de opstelling van microfoon, projectiescherm en publiek in me op te nemen, en te kijken welke collega’s aanwezig zijn.
Ik voel me ongeveer zoals die keer dat ik in de wachtkamer van de kaakchirurg zat omdat er twee verstandskiezen uitgezaagd moesten worden. Waar is de nooduitgang?

Ik luister naar een verhaal over een schoolproject dat als doel heeft de kinderen in Aust Agder beter te leren lezen en schrijven. Vervolgens komt er een verhaal van de politie (landelijk vaak in het nieuws de laatste tijd vanwege een enorm personeelstekort en cao-onderhandelingen waarin de partijen het nooit met elkaar eens lijken te worden). Daarna is het broodjespauze en kan ik mijn laatste voorbereidingen treffen, en een babbeltje maken met de burgemeester.
In Noorwegen hebben we de gekozen burgemeester. Die van ons is een sympathieke vijftiger met vrolijke krullen en een eigen timmerbedrijf dat hij voor deze vierjaarsperiode op een laag pitje heeft gezet.

Dan is het zover. Ik ga van start en zoals meestal verdwijnen de zenuwen bijna meteen. Ik vertel zo ongeveer wat ik van plan was te vertellen en maak geen al te grote taalblunders. Ook het vragenrondje verloopt zonder noemenswaardige problemen.
Dat was dan dat!
Terwijl de volgende spreker de microfoon pakt, word ik enthousiast ingehaald door de aanwezige collega’s. De complimenten vliegen me om de oren en dat is leuk. Tegelijkertijd is het een beetje gek. Want als Noren vinden dat je iets goed gedaan hebt of goed kunt, gebruiken ze het woord flink. “Så flink du var!” roepen ze enthousiast. Misschien dat ik er ooit aan gewend raak, maar voorlopig geeft dat “flink” me het gevoel weer kleuter te zijn. Flinke meid!.....
Beetje jammer, maar toch was het een geslaagde avond.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Emmy, ik heb je verhaal met interesse gelezen. Vind het iedere keer weer knap wat je allemaal doet. Geweldig hoor!
En dan mag je gerust een "flinke meid" worden genoemd. Ben benieuwd wanneer ik zo'n compliment krijg.

Nicole zei

Hoi Emmy,

wat heb jij een lef! In het Nederlands zou ik al over m'n woorden struikelen en door alle zenuwen de draad van m'n verhaal kwijtraken.

Je collega's hebben gelijk hoor:
du er "een flinke meid"!

Groetjes

Anoniem zei

Goed van je dat je het zo doet. Ik merk ook wel dat nu ik niet meer bang ben om fouten te maken makkelijker en beter noors spreek. Maar om dat nu voor een grote groep mensen te doen?
Ik kan me voorstellen dat je over het woord flink een beetje struikeld. Maar dat went vast vanzelf.

Groetjes Nancy