zondag 23 december 2007

Ringveien 29 - Deel 1: bouwen of niet bouwen?

Sinds een week wonen we op Ringveien 29 en dat is nieuws. Niet alleen omdat een nieuw huis nu eenmaal altijd nieuws is, maar vooral omdat we helemaal niet op Ringveien 29 zouden gaan wonen. We zouden immers een huis gaan bouwen op Spirekleiv 15. Wat is dit nu toch allemaal? Een verslag -in nog onbekend aantal delen- van onze jacht op een plek om te wonen.

Zoals eerder op de blog te lezen was, hadden we na ons bezoek aan Risør in mei een kavel gereserveerd op Spirekleiv, een kavelgebiedje vlak bij de camping waar we een tijdelijk onderkomen hadden geregeld. Op grond van gesprekken met verschillende bewoners van Spirekleiv, met mensen van de gemeente (ja, diezelfde mensen met wie ik nu een paar keer per week in de kantine mijn boterhammen eet), en met bouwers, dachten we dat we een redelijke indruk hadden van de mogelijkheden en de kosten.
Toen de eerste drukte met het regelen van bankrekeningen en verblijfsvergunningen achter de rug was, stortten we ons dan ook vol overgave op het project “huis bouwen”. Het was het begin van een ontelbaar aantal gesprekken en mailwisselingen met Agnar, Anders en Jan, en dan noem ik nog niet eens de bouwers die na een eerste kennismaking weer afvielen. We bekeken tekeningen, aangepaste tekeningen en materialen. De bouwmannen kwamen stuk voor stuk naar de kavel waar de één fronsend iets mompelde in de trant van “best wel steil” en de ander uitriep “schitterende plek”. Op een zonnige weekenddag huurden we zelfs een motorbootje van onze vrienden van de camping om vanaf de fjord een foto van de kavel te nemen, waarop het toekomstige huis ingetekend zou kunnen worden. Wel zo handig voor het insturen van de bouwaanvraag naar de gemeente. Die zou dan makkelijk kunnen beoordelen of het door ons gekozen huistype goed in de omgeving paste.
We hadden het er druk mee... en we gingen twijfelen. Het werd al snel duidelijk dat het een behoorlijk prijzig project zou worden. Vraag 1 was dan ook “kunnen we dat betalen?” (want we hadden nog maar één vast inkomen), en vraag 2 “willen we dat betalen?”. We gingen eerst maar eens praten met onze eigen bank. Die zag geen probleem. De lening kon er komen. Dat ik op dat moment nog geen vaste baan had, was geen belemmering. Ze kenden ons immers, dat zat wel goed. Dat was dus positief, maar we waren nog steeds in twijfel. Moesten we het “goedkoop” houden en een huis bouwen dat eigenlijk niet helemaal was zoals we wilden? Dat was niet het idee dat we hadden toen we de kavel reserveerden. Moesten we bouwen wat we graag wilden en de hoge kosten voor lief nemen? Was het dan eigenlijk wel een verstandige investering? Dat vroeg om nader onderzoek. Via het kadaster vonden we uit wat niet zo lang geleden verkochte huizen op Spirekleiv hadden opgebracht. Daar werden we niet vrolijk van. De bouw van ons huis zou veel meer kosten en het huis zou bij een eventuele verkoop dus ook veel meer moeten opbrengen dan de buurhuizen. Dat was geen gunstig scenario.
Tijd voor een telefoontje naar de gemeente: “Zeg eh, wat als we die kavel nou toch niet willen?” (de termijn waarbinnen we de gemeente moesten betalen, was nog niet verstreken).
“Nou”, luidde het antwoord, “als je het allemaal niet rond kunt krijgen, dan stuur je gewoon een brief dat je ervan afziet, en dan halen we de reservering van jullie naam af”. Zonder kosten, want we zijn hier natuurlijk niet in Nederland...
Ha, dat gaf lucht. We hadden al een paar keer wat huizen bezichtigd om een indruk te krijgen van wat er te koop was, en nu konden we er ook voor kiezen om een bestaand huis te kopen. Mogelijkheden genoeg dus, maar om nou te zeggen dat de situatie er eenvoudiger op werd...

Geen opmerkingen: